Een dropshot is een korte bal om een tegenstander naar het net te lokken of zelfs direkt het punt te scoren. Wat er altijd gebeurt met een dropshot is dat het ritme uit de rally gehaald wordt.
Je kunt niet zomaar een dropshot slaan. Er zijn slechts een paar geschikte momenten. De dropshot zelf is over het algemeen niet gevaarlijk, maar het moment waarop je hem slaat wel.
De juiste momenten zijn natuurlijk wanneer je tegenstander ver achter de baseline belandt is. Helemaal in combinatie wanneer zijn return kort valt. En het wordt helemaal mooi als je dropshot kan camoufleren. Je legt aan voor een harde forehand maar in plaats daarvan leg je de bal kort over het net. Het punt zal bijna altijd voor jou zijn omdat het onverwacht is.
Ziet een tegenstander de dropshot aankomen, dan zal hij al in voorwaartse beweging zijn en de bal gaan halen en waarschijnlijk het initiatief overnemen. Sla een dropshot nooit te kort, dus nooit in het net. Hij moet er altijd over zijn, dan maar iets te ver. Zelfs een dropshot die wat te ver is, kan afdoende zijn, mits deze op het juiste moment geslagen wordt.
Zorg ervoor dat je zelf goed in balans bent en goed ingedraaid staat om een dropshot te slaan. Dat is de enige kans dat je hem goed uitvoert. Speel de dropshot ook niet te vaak, anders is snel de verrassing weg.
Tennis is leuk, winnen ook!
Een blog over ervaringen, tips en meer voor tennissers die graag willen winnen en beter willen worden.
zaterdag 13 juni 2015
maandag 1 juni 2015
Gebruik je lichaam om krachtig te slaan
Heb je moeite met power en vastheid in je slagen? Vermoedelijk sla je teveel met je arm alleen. Het kan dan snel te geforceerd worden. Als je zijwaarts een zware bal weg wil gooien dan zul je dat waarschijnlijk niet alleen met je arm doen. Je lichaam geeft de aanzet en neemt je arm mee die dan gebruikt maakt van het opgebouwde momentum en zelf zijn eigen snelheid er nog aan toevoegt.
Nu is een tennisbal geen zware bal zoals in het voorbeeld, maar een tennisbal met kracht op je racket en met kracht weer teruggeslagen mag in dat licht wel vergeleken worden.
Wat je moet aanleren is het volgende: wanneer de forehand (of backhand) geslagen moet worden, dan wordt de slag gestart door met je lichaam het racket een voorwaartse impuls te geven. Twee voordelen krijg je dan: zonder armkracht gebruikt te hebben is je racket al in voorwaartse beweging en is die snelheid gemakkelijk uit te breiden. Bovendien gaat je lichaamsgewicht naar voren, dat geeft je nog meer power en controle.
Wanneer je dit oefent, probeer dan goed te timen, het juiste moment van de lichaamspush. Het racket volgt. Deze lichaamspush (of eigenlijk een pull.., je trekt het racket de zwaai in als het ware) heeft natuurlijk ook zijn eigen oorsprong. Deze komt vanuit de benen, maar dat spreekt in principe voor zich. Je lichaam verplaatsen gaat niet zonder gebruik van de benen.
Forceer het niet, hou het soepel, en wanneer je dit goed gaat toepassen dan krijg je een zogenaamde forehand met 'effortless power'. Effortless is het nooit, maar in verhouding tot de verkrampte armslag is dit een verademing. Je creeert heel gemakkelijk heel veel racketbladsnelheid.
Gunstig bijprodukt van een gemakkelijke slag is de controle. Die krijg je er gratis bij.
Wat wil je nog meer? Hardere groundstrokes met meer gemak geslagen en minder fouten.
Probeer het op de tennisbaan. Succes!
Nu is een tennisbal geen zware bal zoals in het voorbeeld, maar een tennisbal met kracht op je racket en met kracht weer teruggeslagen mag in dat licht wel vergeleken worden.
Wat je moet aanleren is het volgende: wanneer de forehand (of backhand) geslagen moet worden, dan wordt de slag gestart door met je lichaam het racket een voorwaartse impuls te geven. Twee voordelen krijg je dan: zonder armkracht gebruikt te hebben is je racket al in voorwaartse beweging en is die snelheid gemakkelijk uit te breiden. Bovendien gaat je lichaamsgewicht naar voren, dat geeft je nog meer power en controle.
Wanneer je dit oefent, probeer dan goed te timen, het juiste moment van de lichaamspush. Het racket volgt. Deze lichaamspush (of eigenlijk een pull.., je trekt het racket de zwaai in als het ware) heeft natuurlijk ook zijn eigen oorsprong. Deze komt vanuit de benen, maar dat spreekt in principe voor zich. Je lichaam verplaatsen gaat niet zonder gebruik van de benen.
Forceer het niet, hou het soepel, en wanneer je dit goed gaat toepassen dan krijg je een zogenaamde forehand met 'effortless power'. Effortless is het nooit, maar in verhouding tot de verkrampte armslag is dit een verademing. Je creeert heel gemakkelijk heel veel racketbladsnelheid.
Gunstig bijprodukt van een gemakkelijke slag is de controle. Die krijg je er gratis bij.
Wat wil je nog meer? Hardere groundstrokes met meer gemak geslagen en minder fouten.
Probeer het op de tennisbaan. Succes!
zaterdag 31 januari 2015
Onder de bal
Je groundstrokes moeten één ding gemeenschappelijk hebben. Elke slag moet richting de onderkant van de bal gaan. Zo moet je het ook visualiseren. Je wilt de bal van onderen gaan raken, in combinatie met een gesloten racketblad levert dit de meeste controle op. Je slagen worden ingeslepen tot een vaste slag, bovendien met veel veilige topspin. Dit moet het streven zijn voor je groundstrokes.
Deze manier van slaan is iets anders dan dat je zegt dat je onder de bal moet komen. Hier zeg je echt dat je de bal ook onder moet ráken.
Ga deze benadering de eerstvolgende wedstrijd consequent uitvoeren en bekijk de resultaten.
Het brengt je vermoedelijk in een prettig ritme en het idee dat je niet meer kan missen.
Deze manier van slaan is iets anders dan dat je zegt dat je onder de bal moet komen. Hier zeg je echt dat je de bal ook onder moet ráken.
Ga deze benadering de eerstvolgende wedstrijd consequent uitvoeren en bekijk de resultaten.
Het brengt je vermoedelijk in een prettig ritme en het idee dat je niet meer kan missen.
vrijdag 9 januari 2015
Voetenwerk
Goed voetenwerk is in tennis belangrijk. Je moet snel kunnen schakelen, heen en weer, van achter naar voren enzovoort. Eigenlijk is dat slechts een aspect van het voetenwerk, het krachtgedeelte, of explosieve gedeelte. In ieder geval waarbij je arbeid verricht.
Maar goed voetenwerk is ook bewust voetenwerk. Waar loop je heen en wanneer stop je met bewegen, want een slag moet in principe vanuit stilstand geslagen worden.
Op topnivo wordt er zeer hard geslagen en toch lijkt het dat de spelers nooit te laat zijn voor hun slag. Dat komt omdat ze snel in een juiste positie staan en dan ook stoppen met bewegen en zich daarna focussen op de slag. De achterzwaai zal zelden gemixt worden met aktief voetenwerk.Pas in een echte noodsituatie kan dit gebeuren.
Dus wat er gebeurt is dit: de speler ziet een bal aan komen, voordat deze gestuit heeft staat hij al in de juiste positie en in balans, de benen gespreid. De speler staat stil en voert geen correctiestappen meer uit..Doet hij dit wel, dan verliest hij kostbare tijd voor het uitvoeren van de slag.
Dit laatste zie je heel vaak op lagere nivo's. Hier wordt beduidend minder hard geslagen en toch zijn spelers niet op tijd en wordt de slag in te weinig tijd uitgevoerd en dus niet correct.
Dus hou je vast aan het volgende stramien. Kijk goed waar je tegenstander heenslaat. Dat is een zeer aktief focusmoment. Hierna is er werk aan de winkel voor je voeten, kies snel de juiste positie ruim voordat de bal gestuit heeft. Pak bijvoorbeeld hier het moment dat de bal het net passeert. Heb je de positie, beweeg dan niet meer met je benen, geen correctiestappen, je bent in een soort rust nu. Begin dan de slag, draai eerst in en haal dan het racket naar achteren.
Voordat de bal stuit, of op het moment dat de bal stuit dient de achterzwaai voltooid te zijn. Je beweging stokt daar niet, maar vloeit over in de voorwaartse zwaai en uiteindelijk in het shot.
Tijdwinst kan alleen geboekt worden door voetenwerk dat snel afgerond wordt. Je kan dat niet meer herstellen door proberen een snelle slag uit te voeren.
Maar goed voetenwerk is ook bewust voetenwerk. Waar loop je heen en wanneer stop je met bewegen, want een slag moet in principe vanuit stilstand geslagen worden.
Op topnivo wordt er zeer hard geslagen en toch lijkt het dat de spelers nooit te laat zijn voor hun slag. Dat komt omdat ze snel in een juiste positie staan en dan ook stoppen met bewegen en zich daarna focussen op de slag. De achterzwaai zal zelden gemixt worden met aktief voetenwerk.Pas in een echte noodsituatie kan dit gebeuren.
Dus wat er gebeurt is dit: de speler ziet een bal aan komen, voordat deze gestuit heeft staat hij al in de juiste positie en in balans, de benen gespreid. De speler staat stil en voert geen correctiestappen meer uit..Doet hij dit wel, dan verliest hij kostbare tijd voor het uitvoeren van de slag.
Dit laatste zie je heel vaak op lagere nivo's. Hier wordt beduidend minder hard geslagen en toch zijn spelers niet op tijd en wordt de slag in te weinig tijd uitgevoerd en dus niet correct.
Dus hou je vast aan het volgende stramien. Kijk goed waar je tegenstander heenslaat. Dat is een zeer aktief focusmoment. Hierna is er werk aan de winkel voor je voeten, kies snel de juiste positie ruim voordat de bal gestuit heeft. Pak bijvoorbeeld hier het moment dat de bal het net passeert. Heb je de positie, beweeg dan niet meer met je benen, geen correctiestappen, je bent in een soort rust nu. Begin dan de slag, draai eerst in en haal dan het racket naar achteren.
Voordat de bal stuit, of op het moment dat de bal stuit dient de achterzwaai voltooid te zijn. Je beweging stokt daar niet, maar vloeit over in de voorwaartse zwaai en uiteindelijk in het shot.
Tijdwinst kan alleen geboekt worden door voetenwerk dat snel afgerond wordt. Je kan dat niet meer herstellen door proberen een snelle slag uit te voeren.
vrijdag 14 november 2014
Underdog en favoriet
Spelers worden vrijwel per wedstrijd ingeschaald als underdog of favoriet. Beide labels kunnen een bepaalde emotionele staat teweegbrengen. Er zijn underdog-spelers die zich inderdaad niet capabel genoeg vinden om de tegenstander te verslaan. Soms zal dat waar zijn als het niveauverschil echt te groot is. Maar ook wanneer het niveauverschil niet heel groot zijn er spelers die toch ineens bang worden om tegen een betere speler te moeten optreden. Wellicht bang om helemaal weggespeeld te worden.
Maar in de meeste gevallen zullen de underdogs die qua niveau in de buurt zitten van hun opponent zich zeer gemotiveerd voelen en meestal tot hun beste spel spelen.
Het tegenovergestelde is soms ook waar. De favoriet heeft in principe niets te vrezen, hij is de betere speler. Het enige wat naar binnen kan sluipen is de angst om te verliezen van een speler die minder zou zijn.
Het zijn vaak de gedachten van zo'n speler die hem kunnen nekken.
Ik heb zelf beide kanten meegemaakt, underdog en favoriet, en ik kan zeggen dat het als underdog lekkerder speelt dan als favoriet of als licht favoriet. De wedstrijd waar je als underdog aan begint, kijk je naar uit. Echter de andere wedstrijd, waar je favoriet bent, kan je zelfs tegen op zien!
Dit kan nooit goed zijn! Tennis moet je altijd naar uitkijken. Daarvoor tennis je. Okee, er is spanning voor een wedstrijd, en als het goed is voor elke wedstrijd. En dat is spanning die nodig is om een prestatie te leveren.
Waarom toch zulke verschillen tussen underdog en favoriet. Ik denk dat het verschil ligt in de motivatie.
De underdog is tot op het bot gemotiveerd en heeft niks te verliezen en gaat lekker tennissen en zien waar het schip strand. Verliest hij, jammer, hij heeft er waarschijnlijk alles aan gedaan om het te voorkomen.
Hij stapt tevreden van de baan af.
Eigenlijk zou de favoriet dit ook moeten voelen! Hij voelt bijna het tegenstelde: waarvoor speelt hij deze wedstrijd? Ik kan alleen maar afgaan. Heeft alles te verlliezen. Zal zeker niet lekker tennissen want hij moet punten halen. Winnen is wat telt en als er gewonnen zal er opluchting zijn en geen bevrediging.
Het lijkt wel een baan met een deadline!
Als favoriet heb je het zwaarder. Maar als je zelf als favoriet ziet (want dat doe je eigenlijk) dan ben je eigenlijk wel hoogmoedig bezig. Zoals je weet komt hoogmoedig voor de val.
Misschien moet je denken: Hoezo ik de favoriet? Mijn tegenstander is even oud, heeft twee armen en twee benen en twee ogen. Eigenlijk heeft hij evenveel kansen. Je moet je tegenstander zien als gelijkwaardig!
Dat betekent dat je gewoon aan de bak en je ziel en zaligheid er in moet gooien. Hoewel de slagen van je tegenstander er soms niet uit zien en jij veel mooier slaat. Dat telt niet. Al ben je favoriet, je hebt altijd een zware tegenstander. Dit laatste is trouwens niet alleen iets wat je moet gaan denken. Het is zelfs een feit!
dinsdag 14 oktober 2014
Wees op tijd met je voorbereiding
Tijdens de wedstrijd krijg je veel groundstrokes te verwerken, zowel backhand als forehand. Je komt waarschijnlijk in een bepaald ritme. Misschien heb je ook het gevoel dat je altijd mooi op tijd bent voor de slagen. Je beweegt snel en je kan de slag op tijd uitvoeren.
Is dat wel zo? Misschien is er meer te halen uit je timing of slagenritme. Het gaat onbewust maar probeer eens vast te stellen op welk moment je je arm aan het eind van de achterzwaai hebt, klaar om uit te halen.
Ligt dit ná de stuit dan ben je eigenlijk te laat om er de volle power nog uit te halen. Je beweging wordt te gehaast om te profiteren van de voorbereiding.
Vergelijk het met een studie voor een examen. Als het examen over twee weken is, of het examen is overmorgen. Bij het laatste zul je dingen moeten versnellen en misschien zelfs overslaan.
Het voorbeeld is best wel goed gekozen want het is inderdaad helemaal geen probleem als je vroeg met de voorbereiding begint.
Om een mooi slagritme te krijgen moet je je voornemen om de achterzwaai voltooid te hebben, klaar te staan voor de uitvoering van de slag, op het moment van de stuit van de bal. Zowel bij langzame als bij harde slagen.
Je gaat het merken. Als er nu een harde bal op je afkomt dan besef je al direkt dat je aktie moet ondernemen om op het stuitmoment klaar te zijn met je achterzwaai. Voorheen ging je dit uitvoeren door de slag sneller uit te voeren. Bij het nieuwe ritme blijft je slag eigenlijk gelijk maar start je de voorbereiding sneller.
Was je te laat geweest (in de oude situatie) dan moest je nog een stuk achterzwaai doen terwijl je eigenlijk al naar voren had moeten gaan. Je neemt dan ook nog een stukje lichaamsgewicht mee dat je dus had kunnen gebruiken voor de noodzakelijke power.
Vaak ontaard een te late voorbereiding ook nog in een technische zwakke slag omdat er nog geprobeerd wordt om snelheid te maken door middel van een wilde zwiep.
Samenvattend: op het moment van de stuit van de bal ben je klaar met indraai en achterzwaai en klaar om voorwaarts te gaan.
Is dat wel zo? Misschien is er meer te halen uit je timing of slagenritme. Het gaat onbewust maar probeer eens vast te stellen op welk moment je je arm aan het eind van de achterzwaai hebt, klaar om uit te halen.
Ligt dit ná de stuit dan ben je eigenlijk te laat om er de volle power nog uit te halen. Je beweging wordt te gehaast om te profiteren van de voorbereiding.
Vergelijk het met een studie voor een examen. Als het examen over twee weken is, of het examen is overmorgen. Bij het laatste zul je dingen moeten versnellen en misschien zelfs overslaan.
Het voorbeeld is best wel goed gekozen want het is inderdaad helemaal geen probleem als je vroeg met de voorbereiding begint.
Om een mooi slagritme te krijgen moet je je voornemen om de achterzwaai voltooid te hebben, klaar te staan voor de uitvoering van de slag, op het moment van de stuit van de bal. Zowel bij langzame als bij harde slagen.
Je gaat het merken. Als er nu een harde bal op je afkomt dan besef je al direkt dat je aktie moet ondernemen om op het stuitmoment klaar te zijn met je achterzwaai. Voorheen ging je dit uitvoeren door de slag sneller uit te voeren. Bij het nieuwe ritme blijft je slag eigenlijk gelijk maar start je de voorbereiding sneller.
Was je te laat geweest (in de oude situatie) dan moest je nog een stuk achterzwaai doen terwijl je eigenlijk al naar voren had moeten gaan. Je neemt dan ook nog een stukje lichaamsgewicht mee dat je dus had kunnen gebruiken voor de noodzakelijke power.
Vaak ontaard een te late voorbereiding ook nog in een technische zwakke slag omdat er nog geprobeerd wordt om snelheid te maken door middel van een wilde zwiep.
Samenvattend: op het moment van de stuit van de bal ben je klaar met indraai en achterzwaai en klaar om voorwaarts te gaan.
donderdag 18 september 2014
Balans
Bij elke slag moet je proberen in balans te blijven. En dit begint bij de basis, de voeten. Wanneer je ballen slaat met de voeten relatief dicht bij elkaar, dan ben je weliswaar in evenwicht, maar door het momentum wat je met je slag opwekt kun je niet in balans blijven.
Je lichaam heeft wel een oplossing in dat soort gevallen, hij gaat wankelen en je moet jezelf corrigeren om niet te vallen. Soms zelfs erger: je past je slag er op aan door, om maar in evenwicht te blijven, iets achterover te hellen.
Probeer het volgende voor te stellen, of door gewoon na te doen. Zet je benen ongeveer 30 á 40 cm uit elkaar en duw zo hard mogelijk tegen een muur (een simulatie van de tennisslag). Om zoveel mogelijk kracht te genereren 'hang' je als het ware naar de muur toe. Zou de muur ineens wegvallen dan val jij mee.
Heb je daarentegen de voeten veel wijder uit elkaar, dan kun je zelfs nog meer kracht zetten en in het geval dat een de muur wegvalt blijf je gewoon overeind.
En dat is de situatie die je moet hebben bij je groundstrokes. Stevig geplaatst op de grond kunnen je benen meer gewicht in de schaal leggen en voor een betere balans zorgen.
Vergelijk het met een statief. Wanneer de benen dicht bij elkaar staan kan hij bij een klein stootje zomaar omvallen. Staan de benen echter ruim uit elkaar dan heb je een stabiele constructie, waar zonder problemen een zwaar gewicht op gezet kan worden.
Abonneren op:
Reacties (Atom)