maandag 30 december 2013

Racketblad altijd in dezelfde positie

Veel recreatieve spelers maar ook gevorderden beseffen nauwelijks hoe het racketblad moet staan op moment van raken. Je hebt vlakke slagen, je hebt slice, er is topspin en je hebt tennissers die slaan met zware topspin. Voor al deze slagen geldt: op moment van het raken van de bal staat het racketblad in een hoek van 90 graden t.o.v. de baan. Oftewel, loodrecht. Altijd, bij iedere slag!
Dit is goed om te weten. Het geeft aan dat je voor een slice of een topspin de bal op dezelfde manier moet raken. Dit is voor sommigen misschien verrassend, maar het is toch een feit.

Het effect van een bal komt dus niet door variatie in je racketblad stand, maar door de baan van de slag. Slice van hoog naar laag, topspin van laag naar hoog. Overigens zijn er wel slagen die vragen om een andere racketbladstand. Dat zijn de slagen die over het algemeen dicht bij het net geslagen worden en niet meer met een gewone slag teruggebracht kunnen worden. De zogenaamde 'reddingslagen'.

Terug naar de vaste, loodrechte stand van het racket tijdens het raakmoment. Dit geeft een speler veel houvast. Je hoeft dus geen ingewikkelde dingen te doen met je pols. Integendeel, een rustige, ontspannen, maar vaste pols is het devies. Hou dat beeld vast en je zult een consistentere en waarschijnlijk ook betere groundstrokes ontwikkelen.








donderdag 19 december 2013

Hoe moet je een wedstrijd spelen

Ik heb een keer gelezen ergens gelezen dat je bij de start van een wedstrijd nooit er voor de volle 100% moet in gaan. Start op 80% maar zorg wel voor volledige concentratie en probeer natuurlijk wel elk punt te pakken.
Waarom niet direkt voluit? Je zult de energie die je in het begint spaart aan het eind van een set of de wedstrijd keihard nodig hebben. Als je direkt in het begin al je troeven uitspeelt heb je in die cruciale fases niets bijzonders meer om je tegenstander te verrassen.
Probeer, zoals gezegd, wel in de 80% fase alles goed af te stemmen, lengte in de slagen, ontspannend uitgevoerd. Probeer ook te bewerkstelligen dat je geen achterstand oploopt, dus een mooie tussenstand zou bijvoorbeeld een 2-2 en een 3-3 zijn.

Hoe moet je slaan? Zorg eigenlijk voor zoveel mogelijk druk tot die grens waarbij je foutenlast zo beperkt mogelijk blijft. Over de grens neem je teveel risico blijkbaar. De andere kant op geredeneerd, foutloos spelen, dan zul je weinig druk kunnen zetten.
Ik heb een stelregel: sla zo moeilijk mogelijk voor je tegenstander, maar wel zodanig dat je zeker weet (vrijwel zeker...) dat je slagen goed zijn.
Deze vastheid en zekerheid gaat je veel punten opleveren.

woensdag 27 november 2013

Achter de feiten en de bal aanlopen!

Je ziet soms spelers die er alles voor doen om de ballen te halen. De wil om te winnen straalt er van af. Kost veel energie natuurlijk maar is natuurlijk noodzakelijk. Wat dan opvalt is dat ze vaak in eerste instantie niet klaar staan voor de aankomende bal. Ze vergeten de splitstep te doen. Vaak uit 'energiebesparende' redenen of misschien zijn ze er zich niet eens bewust van.
Feit is wel dat de splitstep energie kost. Je doet een hupje, als je dat niet doet scheelt dat energie. Dat is helemaal waar.

Alleen als je zo fanatiek bent en het doel is om elke bal te halen ben je toch ook veel energie kwijt, en eigenlijk wel meer. En dan mag je wel eens serieus overwegen om de splitstep als een van de verplichte todo's op te nemen in je spel.
Want door de splitstep ben je eerder bij de bal en heb je dus meer tijd voor een goede slag. Bovendien blijk je door het betere startmoment veel rustiger naar de aankomende te kunnen lopen.
Het kost even een (disciplinair) hupje, maar daarna heb je het slagmoment beter onder controle. Het oogt allemaal minder wild.

Het geeft je ook een soort ritme door deze splitstep als constante te gebruiken.
Aangezien je op tijd bij de bal bent kun je een betere slag produceren.

vrijdag 8 november 2013

Belangrijke punten

Er zijn veel belangrijke punten in een tenniswedstrijd. Ik wil de aandacht vestigen op een punt dat wel eens onderschat wordt. Dit is het punt waarbij je zelf aan service bent en met 30-0 voor staat.
Een prima situatie dus. Geen reden tot ongerustheid, een schone lei, want je tegenstander heeft nog geen punt gemaakt.

Alleen het gevaarlijke van dat punt is dat je het volgende punt vaak te gemakkelijk opvat. Bijvoorbeeld door uit het niets zomaar een dubbele fout te produceren of een nietszeggende rallye te spelen, een rallye waarbij de ballen maar wat terug slaat zonder echt idee. Als je zo een punt verspeelt waarom deed je dan uberhaupt je best om op een 30-0 voorsprong te komen?
Je moet je 30-0 voorsprong waarderen en er alles voor doen om deze uit te breiden!

Het punt na een 30-0 is belangrijk, want als je deze maakt sta je er wel heel goed voor. Verlies je hem, dan is de game weer een open strijd, dus een goede reden om hem te maken.
Wat ik wil aangeven is, geef dit punt niet zomaar kado. Blijf scherp en verspeel je mooi opgebouwde voorsprong niet.
Overigens geldt dit ook voor een 0-30 als je tegenstander serveert.


maandag 21 oktober 2013

Voetenwerk

Wanneer je alles goed lijkt te doen en toch loopt het niet zoals je het voor ogen hebt dan kan dat wel eens aan je voetenwerk liggen.
Misschien loop je wel heel veel en sta je positioneel ook goed toch kan het probleem goed voetenwerk zijn.

Ik heb een hele simpele oplossing of test zo je wilt.
Wanneer het niet loopt ga dan vanaf dat moment de hele wedstrijd op je voorvoeten staan. Op je tenen lopen dus, klaar staan voor alles wat er gaat gebeuren.

In de praktijk kan dit overigens niet helemaal, want bij een service gebruik je de hele voet dus ook de zool en de hak. Maar wanneer het kan: op de voorvoeten!
Je wordt alerter en staat 'gewapend' met je gewicht klaar voor elke slag.
Je gaat ineens beter bewegen en je wordt gretiger, het werkt aan meerdere kanten door. Zowel fysiek als mentaal is het een opkikker.

Oftewel: doe dit vanaf nu in elke wedstrijd en je bent de man die alles haalt en overal bij zit en hard kan doorslaan.

donderdag 19 september 2013

Sleutelpunt in de forehandachterzwaai

Veel spelers zullen het niet zien, maar als je goed kijkt naar de forehand van een topspeler zie je dat ze aan het einde van de achterzwaai de punt van het racket niet naar achteren laten wijzen, maar juist naar de zijkant. Het racket loopt evenwijdig aan de baseline.
Het moment dat het racket wel naar achteren wijst volgt hierop, en dat is op het moment dat de voorwaartse zwaai al is ingezet.
Dit creëert een extra zwiep gebaseerd op de spanning en ontspanning van de onderarm.

Wanneer je dit aspect in je slag kan toevoegen ga je veel meer power genereren en en ik ben er van overtuigd ook meer vastheid.
Een probleem kan zijn dat je de slag niet vertrouwt en toch terugvalt op de verkeerde achterzwaai, die inderdaad wel logisch lijkt.

Het blijft dan wel een mechanische slag die alleen zijn power ontleent aan het gebruik van arm en schouder en eventueel voetenwerk.
Je kan het een beetje vergelijken wanneer je een tennisbal in een lange sok stopt. De bal is niet statisch verbonden aan de sok en profiteert van het 'zwiep-effect'. De bal is in dit geval het racket, en de sok refereert aan je speelarm.

Bekijk filmpjes op youtube van Federer en kijk vooral naar het moment dat hij de achterzwaai beeindigd en de stand van het racket. Je ziet de ontspanning van het beeld afspatten. Een heel ander gevoel als hij aan het eind van de achterzwaai het racket naar achteren zou laten wijzen.

Met een dusdanige aanpassing kun je je forehand een grote boost geven.

zaterdag 10 augustus 2013

De WAVE in de forehand

Veel tennissers, en dan heb ik het niet over de top, gebruiken bij hun slagen te weinig van het mechanische potentieel wat het menselijk lichaam biedt. Veel slagen worden uitgevoerd alleen vanuit de arm. Sommigen doen het beter en draaien in en gebruiken de schouderpartij ook nog.
Anderen weten heel goed de kracht uit de benen te halen. Het zal je niet verbazen dat een combinatie van alle onderdelen je slagen helelmaal positief zal beinvloeden en dat is wat ik hieronder ga uitleggen.

Om welke onderdelen gaat het? Laten we ze opnoemen en direkt maar ook in de juiste volgorde, van laag tot hoog. De beschrijving is van de forehand maar geldt natuurlijk net zo goed voor de backhand en eigenlijk voor alle slagen.

Voor je de slag uitvoert moet je je helemaal indraaien (zonder indraai geen uitdraai) en klaar staan voor het 'afvuren' van je shot.
Je bent ingedraaid en je start de uitvoering vanuit je benen, je heup wordt geactiveerd en kan eigenlijk niet anders dan meedraaien, vanaf de activiteit in je heup wordt je schouder geactiveerd en kan niet anders dan meegaan, en vanaf dat moment gaat de activiteit door naar je arm. Deze krijgt een voorwaartse stuwing.
Let wel, uiteindelijk alleen maar geactiveerd door je benen, je hebt je arm nog niet eens gebruikt! Tot nu toe 'gratis' energie! En geloof me, de kracht/snelheid die je nu ontwikkelt zul je nooit uit je arm alleen halen!

We gaan verder. Je arm zwaait naar voren (hij kan niet anders), maar het racket nog niet. Deze zwiept als het ware nog even naar achteren en uiteindelijk gaat hij ook naar voren (de buttcap, dat is de onderkant van de steel, wijst naar voren, de perfecte stand om je forehand mee te slaan!).
Vanaf nu zit je helemaal in de slag en kun je gedoseerd je armkracht toevoegen, die je dan rustig opbouwt tot het raakmoment. Ook hier niet forceren!

De follow-through is ook belangrijk, maar die beschrijf ik hier niet. Deze moet je uitvoeren door je lichaam de klap te laten absorberen door ook mee te draaien met je hele lichaam op een natuurlijke en ontspannende wijze.

De totale beweging in de slag moet natuurlijk en ontspannen uitgevoerd worden. De achterliggende gedachte van deze wave-beweging is dat je elk onderdeel gebruikt voor het toevoegen van momentum. In plaats van tegenwerken gaat het allemaal meewerken. Precies zoals de toppers hun forehands slaan. Het ziet er zo makkelijk uit, nou zo doen ze het.

Denk erom in het begin dat de beweging niet bestaat uit allemaal 'eilandjes' maar dat de ene een trigger is voor de volgende en dat ze soepel met elkaar verbonden zijn. De volgorde is wel belangrijk.
Als je forehands op YouTube van topspelers bekijkt dan zie je dat schouderpartij al beweegt terwijl de heupaktie op volle sterkte is. Het sluit allemaal naadloos aan. Dus niet de schouder pas draaien als de heup uitgedraaid is, dat zal niet het gewenste resultaat hebben!


dinsdag 23 juli 2013

Verschillende tegenstanders

In een tennisleven kom je heel veel tegenstanders tegen en ook veel verschillende. Daar waar de een gigantische harde slagen heeft blinkt een ander uit door zijn vastberadenheid.
Op een bepaald nivo is er altijd wel een eigenschap te vinden wat de speler in kwestie een goede speler maakt.

Een speler die geen wapens heeft maar wel heel vast is en goed kan lopen lijkt in eerste instantie opgejaagd wild omdat je hem onder druk kan zetten. Maar wanneer de wedstrijd vordert en er naar het scorebord gekeken wordt kan het goed zijn dat na een half uur er geen verschil is gemaakt. Jouw tegenstander laat je veel meer ballen spelen dan een tegenstander die ook het tempo er in houdt. Simpele wiskunde leert dat meer ballen slaan meer fouten oplevert. En meer ballen slaan kost hem niets, behalve het heen en weer lopen. En dat is net het onderdeel wat hij goed kan. Hij kan beter lopen dan aanvallend spelen en hij weet de wedstrijd zo te sturen dat het zijn weg op gaat. Laat mij lekker lopen, zal hij denken.

Hoe moet je eigenlijk tegen zo'n speler te werk gaan. Je moet in ieder geval de druk houden, maar daarbij rekening houden met je foutenlast. Ook spelers die goed kunnen lopen kunnen niet elke bal halen, een goed geplaatste volley zal ook hem te machtig zijn. Denk bij je slagen dat je geduld moet hebben en dat je niet in de valkuil belandt door de ballen te scherp te willen slaan. Rustig opbouwen, maar zeker opbouwen!

Een goede afwisseling is hem naar voren te lokken. Omdat hij alleen gewend is om op de baseline te opereren zal hij op de servicelijn niet in staat zijn een goede aanvalslag te produceren of daaraan een goed vervolg te geven met de afdoende volley. Eenmaal bij het net heb jij weer de kansen. Bij een goede lob zullen zijn problemen toenemen.

zaterdag 13 juli 2013

Momentum (terug)pakken

De wedstrijd verloopt niet zoals het zou moeten. Je tegenstander maakt meer punten en je kan hoogstens bijhouden en de schade beperkt houden. Het nivoverschil is niet groot, maar je komt er niet doorheen.
Deze situatie zal rechtstreeks naar een nederlaag leiden als er niet iets veranderd.

Je tegenstander doet jou meer pijn dan jij hem. Je moet nu twee dingen voor ogen hebben: zijn voordelen moeten slinken en jouw nadelen moeten ook slinken. De spelsituaties waar hij voordeel uit trekt moeten zo weinig mogelijk meer voor gaan komen, net als jouw probleemmomenten.

Stel, je tegenstander heeft een goede forehand. Als hij deze in stelling kan brengen (lees: een zwakke slag van jou!) dan zet hij jouw zwakke kant onder druk, waarna de meeste van die punten naar hem gaan.

Aan zijn sterke forehand kun je niets doen. Wel aan het feit dat hij deze vaak kan slaan. Iemand met een ijzersterke forehand die in een wedstrijd maar 10 forehands kan slaan heeft er helemaal niets aan.
Devies is: zorgt dat hij backhands moet slaan, of zorg in ieder geval dat jouw slag diep bij hem op de forehandkant komt. Zijn kansen worden geminimaliseerd.

Wees je bewust in een wedstrijd wat er gebeurd. Slaat je tegenstander graag forehands, dan heeft hij waarschijnlijk een goede forehand, maar misschien is een zwakke backhand wel de echte reden. Hier liggen kansen omdat je tegenstander waarschijnlijk om zijn backhand heen wil lopen en daardoor ruimtes weggeeft aan zijn forehandkant.

Zo moet je proberen elke tegenstander tijdens de wedstrijd te observeren. Wat doet hij het liefst? Die slagen moet je proberen te vermijden. Welke slag probeert hij te verbloemen? Probeer juist die op te zoeken.
En je moet je zelf ook kennen. Probeer je tegenstander zo te sturen dat hij de dingen doet die jij het liefste hebt. Als je korte ballen geeft, dan krijg je een tegenstander die het net opzoekt. Als je zacht slaat krijg je een tegenstander die misschien gaat forceren omdat hij niet van dat spel houdt.

Probeer je tegenstander te sturen naar een spel waarbij jouw kansen weer gaan toenemen. Heeft hij een mindere backhand dan jij? Denk niet na en blijf de backhand opzoeken. Het is soms lelijk, maar wel effectief. Brad Gilbert beschreef dit in zijn boek Winning Ugly.

Succes!



woensdag 19 juni 2013

Punten opbouwen

Toernooispelers die altijd boven komen drijven op de finaledagen kenmerken zich meestal niet door hun powerslagen, maar meer door hun vastheid.
Nu is de vastheid waarschijnlijk ook niet het enige, maar dit in combinatie met druk zetten en eenvoudig en logisch tennis maakt je direkt tot een gevaarlijke tegenstander.

Veel jonge spelers zijn bezig met power. Hoe harder en hoe scherper hoe beter het is. Dat is waar. Maar het heeft een prijs. Tenminste, we mogen er van uit gaan dat je wel eens harde scherp geslagen bal uitslaat.
Let wel, een hard en scherp uitgeslagen bal is direkt een punt voor de tegenstander. Een hard en scherp geslagen bal die in is, is nog geen punt voor jou. De bal zal waarschijnlijk gewoon terugkomen en zul je weer en hard en scherp moeten slaan, tenminste als je vasthoudt aan dat speltype.
Dit spel met hoge risico gaat zich niet lonen.

Beter is om je punten op te bouwen. Dat begint met de zwakkere kant van je tegenstander op te zoeken, tot er een zwakke return komt. Vanuit deze situatie verhoog je de druk zonder echte risico te nemen.
Hiernuit kan je tegenstander zich redden door goed te reageren of hij komt meer in de problemen. Het volgende stapje is dan ook hiervan te profiteren en hem nog meer in de problemen te brengen en de druk nog meer te verhogen zonder dat je zelf eigenlijk risico's neemt.

Dit is een hele andere strategie dan direkt scherp op de lijnen te spelen met veel power.
Het maakt niet zoveel uit voor je tegenstander als je de bal 10 cm van de zijlijn slaat of een meter.
De foutenkans is wel veel groter en dat ga jij als speler merken.

Speel logisch zonder te veel risico en bouw je punten op. Duw je tegenstander telkens een stukje verder richting afgrond. Elk stapje in die richting is altijd in jouw voordeel, hoewel het punt natuurlijk wel eens verloren kan gaan. Je tegenstander moet meer lopen, en jij kan vrijwel de hele rallye in de midden blijven staan. Is energie besparend en dat betaalt zich altijd uit.

maandag 3 juni 2013

Gemakkelijk tennis

Wie veel tennist weet wel dat de techniek best wel lastig is. Toch zie je heel veel spelers waarvan je denkt, wat oogt het toch simpel. Als je ze vraagt hoe zij het racket beet hebben en hoe ze de achterzwaai doen kunnen ze daar niet eens een antwoord op geven. Het gaat van nature.

Een forehand is bijvoorbeeld ook geen opeenvolging van moeilijke stappen, het is een natuurlijke beweging die je arm en handen zo positioneert dat die het beste gebruikt worden. Veel spelers denken na bij hun slag, dat is op zich niet verkeerd. Je moet ook weten wat je doet. Maar veel slagen worden mechanisch uitgevoerd en van een racketbladversnelling (de klap) is dan geen sprake meer.

Kijk eens een filmpje van de forehand van Federer en niemand kan dan beweren dat het er moeilijk uitziet.
Deze slag kopieren is echter onbegonnen werk en ook niet aan te raden omdat iedereen anders gebouwd is. Toch, wat wel over te nemen is het gemak waarmee Federer slaat. Elke slag gaat soepel en nergens wordt er snelheid, lichaamsgewicht of andersoort momentum verspild. Sterker nog, bij de achterzwaai wordt gebruikt gemaakt van de zwaartekracht en van een hefboomwerking. Daarbij toegevoegd de kracht uit de benen en schouder- en heupdraai maakt een totale versnelling. Dan hebben we het nog niet eens over de armspieren gehad! Bij teveel gebruik van de armspieren echter verwordt de forehand heel snel tot weer een mechanische slag en ben je heel snel de souplesse kwijt. Dus gebruik ook die spieren in de juiste verhouding.

Ik denk dat iedereen een dergelijke gemakkelijke slag kan aanleren. Sla eens een uurtje puur op souplesse waarbij je wel goed het momentum opbouwt dat uiteindelijk resulteert in de grootste racketbladversnelling op het moment dat het racket de bal raakt.
Als je bij de uitzwaai je lichaam niet mee laat doen, dan remt dit de slag alweer af. Je moet zorgen dat alles meewerkt, dat is ook wel een beetje vertrouwen tonen in je lichaam. Een verkrampte slag heeft vaak ook te maken met het feit dat spelers dan zeker weten dat ze niet fout slaan.

Niet fout willen slaan is een prima optie, maar als dat ook betekent dat je geen enkele druk zet, dan is het een verkeerde weg. Wel eentje die je tot op bepaalde hoogte heel wat overwinningen kan geven, maar de ontwikkeling van je spel zal snel tot stilstand komen.

Dus, weg met het verkrampte en sla met je hele lichaam en hou het soepel en probeer elke kracht in de juiste verhoudingen te gebruiken. Dus niet alles uit de lichaamsdraai, niet alles uit de benen, niet alles uit de armen, maar combineer dit tot de juiste mix.
Op een gegeven moment zul je ervaren dat de slag bijna geen kracht hoef te kosten. Wel een vereiste is een goede timing. Bij te snel indraaien, of racket naar achteren moet er gewacht worden en is het momentum weg.

zondag 19 mei 2013

Zelfvertrouwen

Zelfvertrouwen is een van de grote dingen in tennis. Wat is zelfvertrouwen? Weten wat je kunt of niet kunt? Ongeveer wel. Weten wat je kunt en weten dat je dit ook kan uitvoeren in een wedstrijd tegen bijvoorbeeld een moeilijke tegenstander.

Aan dit zelfvertrouwen ligt ten grondslag dat je ergens op kan vertrouwen. Bijvoorbeeld je vastheid in de slagen. Of dat je goed blijft serveren terwijl het 4-4 in de tiebreak staat.
De tegenhanger is angst, faalangst. Op moeilijke momenten verkramp je en val je terug in te zachte slagen of iets dergelijks.

Er zijn spelers die tegen sterke tegenstanders heel goed gaan spelen. Tegen veel mindere spelers winnen ze hun wedstrijden, maar ze komen in de problemen tegen spelers die ze zouden moeten hebben maar blijkbaar speelt er iets door hun hoofd waardoor ze niet hun nivo halen.
Bijvoorbeeld de tegenstander is veel ouder dan zijzelf, of veel jonger. Oftewel de speler gaat denken, dit moet ik winnen. Het zou een afgang zijn als dit verlies.

Hier lopen veel tennissers tegen aan en is soms lastig om mee om te gaan.
Het gemakkelijkst is inderdaad het spelen van wedstrijden die je gezien de speelsterkte zou mogen verliezen. Je hebt dan niets te verliezen en speelt vaak goed, of in ieder geval zonder angst.
Maar je mentale weerbaarheid komt naar voren in de wedstrijden die jij moet winnen.

Je moet je zelf afvragen: waar ben ik eigenlijk bang voor? De angst maakt in ieder geval dat je er niet beter van gaat tennissen en het vergroot de kans op datgene waar je bang voor bent.
En ineens harde winners proberen te slaan, komt ook niet over als een teken dat je het onder controle hebt.
Blijf gewoon logisch tennissen en doe dingen die je beheerst. Als je tegenstander geweldige slagen produceert dan is dat zijn verdienste en daar kun je niets aan doen. Sla ballen zo hard en zo diep mogelijk maar waarvan je zeker weet, ze zijn goed! Blijf koel en rustig. Ondanks de oplopende spanning kan je dat bij jezelf oproepen.

De echte toppers spelen de beste punten op de moeilijkste momenten. Zij slaan die ballen echt niet met een verkrampte arm. Zij zetten alles op een rijtje en weten dat  alles wat ze nu uitvoeren met een vanzelfsprekende souplesse moet. De slagen worden geconcentreerder dan ooit uitgevoerd. En deze concentratie zorgt ervoor dat je gefocused raakt op wat je moet doen. Je moet op de moeilijke momenten gewoon doen wat je moet doen en niet gaan denken wat er kan gebeuren.

Hoewel de spanning misschien in je lijf rondgiert kun je de slagen nog steeds goed uitvoeren, zolang je de gedachten op het uitvoeren van de slagen houdt in het hier en nu.
Kijk naar de bal, concentreer je de hele rallye op het vertrekken en weer terugkomen van de bal.

Gaat het nog over zelfvertrouwen denk je? Tja, wat is zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen in de zin van het beste uit je spel halen op de moeilijke momenten is een kwestie van doen, aktief iets met de situatie doen. Dat is wat anders dan dat je alleen probeert rustig en stabiel te blijven. Je moet je taak op dat moment definieren; dat betekent alle bijzaken aan de kant en je concentreren op het foutloze terugslaan van die tennisbal!




zondag 12 mei 2013

Verschillende soorten wedstrijden

De laatste wedstrijd die ik speelde om het 'echie' wist ik te winnen. Mijn spel was echter dusdanig dat ik er niet blij van werd. Het was zelfs slecht te noemen. Ik won de partij omdat mijn tegenstander het niet kon afstraffen en eigenlijk nog slechter was op dat moment. Met de schrik vrij dus.

Ik moet zeggen dat de overwinning veel vergoedde, want slecht spelen is vervelend, maar slecht spelen én verliezen is het allerergst. Hier heb ik verder over nagedacht en eigenlijk kun je spel en prestatie grofweg in 4 types verdelen.

Lekker spelen en winnen is het ultieme. Meer kun je niet doen. Hoewel hier gradaties in zijn natuurlijk. Dit geldt ook voor de andere groepen. Ik denk dat de volgende type de eerder beschrevene is. Matig spelen en toch winnen. Dan heb je iets goed gedaan en dit geeft je in ieder geval de rust dat het resultaat goed was.
Een 6-2 6-1 is in tennis net zo goed als een moeizame slechte 3-setter die je wint. Het resultaat vergoed veel dus.

Het volgende type is uitstekend spelen maar net verliezen. Je hebt het plezier van een leuke pot gehad. Het verlies doet niet heel veel pijn omdat je er uit hebt gehaald wat er in zat. Een beetje teleurstelling zal er zijn, maar je bent niet vermoeid na de wedstrijd en kan er met plezier op terugkijken.
Het ergste type is natuurlijk slecht spelen en verliezen. Dit is dan vaak van een speler die je anders zou kunnen hebben. Het kan ook gebeuren tegen een speler die je anders waarschijnlijk ook niet kon hebben, maar dat je nu wel heel erg afgedroogd wordt.
Na zo'n type wedstrijd ben je moe en zeer teleurgesteld.

Samenvattend kun je wel stellen dat als je niet laat zien wat je denkt te kunnen dat je teleurgesteld bent. Dus over het algemeen zal je slechte spel je het meeste dwars zitten, en als dat ook niet versterkt wordt door een onnodige nederlaag of een onnodig te grote nederlaag dan ben je diep teleurgesteld.

Gelukkig komt dit bij iedereen wel eens voor (ook bij toppers, maar als die slecht spelen is het nog steeds topnivo...) en gelukkig komt dit niet heel vaak voor. Eens per seizoen?

Is er wat te doen tegen slecht spelen? Hangt er vanaf. Het kan aan je techniek liggen, maar ook aan de tegenstander. Wat doet deze met je, en met je zelfvertrouwen bijvoorbeeld. Heb je het idee dat je niet mag verliezen van hem?

Elke wedstrijd geeft je een bepaald gevoel. Het uiterlijk van de tegenstander ook. Als een dikkige oude man je bijhoudt in de set en het staat 4-4, hoe ga je daarmee om.
Iedereen ervaart deze dingen, maar de een gaat er goed mee om en de ander laat het tegen zich werken. Dat is het domste wat je kan doen: iets tegen je laten werken.

Dit heeft veel met zelfvertrouwen te maken en daar wil ik het volgende keer over hebben.




donderdag 2 mei 2013

Door de knieën

Door de knieën, maar niet voor je tegenstander natuurlijk. Een belangrijk aspect van het tennis is het voetenwerk. Niet alleen het bewegen van A naar B, maar ook het gebruiken van de benen bij de slagen.
Bij het strekken van de benen kun je heel veel kracht genereren. Ook dit is een onderdeel van de slagen die je niet achterwege moet laten. Dit draagt bij tot de genoemde power, maar het geeft ook ritme in je slagen.

Naar de bal toe lopen, laag zitten en dan de klap en het gebruik van de benen. Als je iets zwaars moet verplaatsen of tillen gebruik je je benen. Een bal is niet zwaar, maar een forehandzwaai bevat heel veel momentum en dat wordt versterkt door de power uit je benen.

Laag zitten heeft nog een voordeel. Je ziet de bal beter. In plaats van de bal lager te raken met je speelarm time je beter, sta je beter en sla je beter.  Waarom doen veel tennissers dit niet goed? Vermoedelijk hebben ze het zelf niet in de gaten, bovendien kun je met het strekken van de speelarm heel ver komen. Maar niet alles is te corrigeren met je arm, laat staan dat alle power uit je arm komt.

Power is in deze een 'gevaarlijk' woord. Eigenlijk heb je niet zoveel kracht nodig. Het enige wat een harde forehand nodig heeft is een snelle zwaai van het racket met daarachter enige massa. Snelkracht dus.
Het strekken van de benen zorgt voor de massa, samen met je lichaamsdraai (romp), en de racketsnelheid komt uit de souplesse van je speelarm.

maandag 15 april 2013

Waarom tennist de een beter dan de ander?

Je hebt heel veel verschillen in spelnivo. De ene is beter dan de ander. Dit is eigenlijk nooit een gevolg van aanleg en talent alleen. De betere speler in dit geval heeft waarschijnlijk een betere techniek. Iets wat de mindere speler zich ook eigen kan maken.

Als je werkt aan het verbeteren van je techniek wordt je een betere speler. Verschillen zul je altijd gaan houden. De toppers hebben de aanleg dat ze gemakkelijk het racketblad een hoge snelheid kunnen geven. Hebben iets meer spierkracht of hun lichaam bezit meer souplesse. Of ze hebben het vermogen tot een goede oog-hand-coördinatie.

Maar in de basis is de techniek voor iedereen te leren en daarmee een hoog nivo te halen. Dan gaat het ook om hoeveel tijd je daarin steekt. Dan wordt het ook een simpel verhaal. Doe je niks aan je techniek en blijf je gewoon wat doorsudderen, wees dan niet verbaasd dat je na 10 jaar niks opgeschoten bent. Deze groep kom je eigenlijk niet echt tegen. Iedereen wil wel beter worden.

Dus hoe meer tijd je er aan besteed hoe beter. Belangrijk is wel dat die besteed wordt aan juiste techniek, dus laat je wel informeren over de juiste techniek. Kijk bij je beste clubspelers, neem lees, kijk op internet.
Lastig is soms wel waar je op moet letten. Een tennisslag (welke dan ook) zit heel logisch in elkaar en is daarom zo lastig. Elk onderdeel moet goed zijn en moet derhalve besproken worden. Als je het fout doet dan voel je wel dat het ergens wringt. In de uitzwaai, of je hebt niet het gevoel dat het lekker gaat.

Dat maakt het ook lastig: een nieuwe techniek voer je in het begin wat mechanisch uit. Het is nog lang geen automatisme. Maar dat is niet erg. Als de techniek goed is, moet je die volhouden. Uiteindelijk wordt die er in geslepen en heb je weer een grote stap gezet.
Een stap naar? Ik denk dat je ambitie moet zijn om steeds beter te worden en het nivo te halen waar van je weet, dit zou ik moeten kunnen. Eigenlijk zou ik het onacceptabel vinden als je zegt, ach, dit is wel aardig zo en niet de drive hebt om de backhandvolley o.i.d. beter te maken.
Gelukkig zijn er niet veel dergelijke spelers, en als ze er wel zijn, zie je ze heel weinig op de tennisbaan. En dan kun je je afvragen waarom. Ik denk dat ze het tennisgen missen.

vrijdag 29 maart 2013

Evolutie in de forehand

Door de jaren heen is het tennismateriaal veranderd en misschien mede gevolg daarvan de slagen ook. Met een lichter rackt heb je andere mogelijkheden dan met een zwaar racket.

Meest opvallende veranderingen zijn bij de forehand te zien. Vroeger werd je geleerd het racket op tijd naar achteren te brengen en deze naar achteren te laten wijzen. Dan kwam de slag en bij de uitzwaai wees de punt van het racket naar voren.

Tegenwoordig is dit andersom, althans bij de spelers die de forehand op de moderne manier slaan. Een tennisleraar zou niet meer de klassieke manier moeten aanleren. Toch zie je vaak beginnende tennissers op de traditionele manier slaan. Het is een veilige en logische manier van slaan. Maar met beperkte mogelijkheden.

Bij de moderne forehand wijst het racket bij de achterzwaai naar voren en bij de uitzwaai naar achteren. Precies andersom dus. De reden is dat er meer power en racketbladsnelheid gegenereerd wordt en dat de uitzwaai dit wel op die manier móet opvangen. De moderne slag is ook meer gebaseerd op een soepele pols en gebruikt dit als een extra krachtbron. Bij de achterzwaai zwiept de pols naar achteren zodat het racket ongeveer in een hoek van 90 graden op je speelarm komt te staan. Deze opgeslagen energie komt in de raakzone eruit weer uit en genereert zo de extra power.
Dit lijkt in tegenspraak tot een eerder stukje waarbij ik het polsgebruik af raadt. Dat blijft echter onverminderd van kracht. Je moet de pols ook niet actief gebruiken in de zin van kracht genereren, maar de souplesse en de stand van de pols gebruiken om tot een krachtige en moeiteloze slag te komen.

Dat zijn twee geweldige ingredienten die de moderne forehand in zich heeft. Moeiteloos, want je gebruikt de mechanische wetten zonder veel inspanning, en krachtig, want de power die opgewekt wordt is veel groter dan die uit je eigen spierkracht zou kunnen komen.

Het enige waar je tegenaan kan lopen is de vastheid. Een nieuwe slag vereist oefening en het zal wel eens misgaan in het begin. Maar eenmaal begonnen met deze slag wil je nooit weer terug.

Voor meer info zoek op Google met de steekwoorden: tennis forehand lag.

maandag 11 maart 2013

Je moet een wapen ontwikkelen

Wanneer je al lang tennist ben je waarschijnlijk tot de conclusie gekomen dat je een wapen moet hebben. Iets waarvan je op aan kan en eigenlijk altijd functioneert. Bijvoorbeeld een forehand die je nooit fout slaat en altijd je tegenstander pijn kan doen. Hoe meer wapens hoe beter, maar dat is niet realistisch. Eén wapen is al heel goed. De meeste clubspelers hebben geen wapen en kunnen alleen maar naar links en rechts slaan en de rallye gaande houden.

Voor deze spelers zou het geweldig zijn wanneer ze een wat kortere bal konden afstraffen. Hier moet je als speler aan werken. De keuze valt dan uiteraard op de forehand als meest logische wapen. Het is de slag die je normaal gesproken het vaakst slaat.

Een ander goed streven is het sterker maken van je backhand. Dat is de slag waar je waarschijnlijk het meest op aangevallen wordt. Als die backhand solide wordt kun je de rallye langer levend houden en zal er misschien weer een forehand kans uit voort komen en kun je je wapen in stelling brengen.



zondag 24 februari 2013

Pols gebruiken bij de forehand?

Om direkt maar met de deur in huis te vallen: niet doen! Waarom? Je gaat niet harder slaan en het komt je vastheid helemaal niet ten goede. Het niet gebruiken van je pols betekent overigens ook niet dat je hem met kracht stijf moet houden, want eigenlijk gebruik je hem dan ook.

Waar komt dit vandaan dat veel mensen denken dat ze een 'zweepslag' met de pols moeten doen om de forehand te slaan. Volgens mij komt dit omdat het er op TV en YouTube zo uitziet. Schijn bedriegt. Er is zeker een 'flitsend' moment en dat is het moment van impact waar de racketbladsnelheid het hoogst is. Pro's gebruiken zeker op dat moment niet hun pols. Op dat ene moment, dat ene miljoenste gedeelte van een seconde maakt een polsbeweging van je slag een onvoorspelbare zwaai. Dat is dus de vastheid die je inlevert. Het gaat een wilde slag worden, die soms best aardig is, maar evenvaak ook niet.

Ook lever je power in, want in de pols zit weliswaar veel beweging, maar zeker geen krachtige beweging.
Die snelheid en power (momentum) komt uit de zwaai die je opgebouwd hebt door op tijd en vloeiend je slag uit te voeren. Daar past een wiebelende pols niet tussen.

Wat pro's wel doen is proneren. Dat is geen pols-beweging, maar een onderarm-draai. Je draait als het ware je hele arm om de bal heen, hiermee kun je wel extra power generen en controle behouden, bovendien wordt je uitzwaai natuurlijker. Dit proneren moet je proberen in al je slagen toe te voegen.

Maar, en vergeet dat niet, het niet gebruiken van de pols mag niet betekenen dat je een rigide slag krijgt. Je moet soepel blijven slaan.

vrijdag 15 februari 2013

Set achter en 0-3 achter, wat nu?

Je staat achter, behoorlijk achter, en je tegenstander is misschien ook gewoon beter. Kun je dan nog de wedstrijd naar je hand zetten? Als je niets verandert ga je verliezen zoveel is duidelijk. Misschien pak je nog een game of misschien twee.

Je hebt ook al alles geprobeerd. Op de backhand aanvallen, je tegenstander laten lopen, bal zolang mogelijk in het spel houden, lange rallyes, maar je tegenstander heeft overal een antwoord op. Kortom, het is gebeurd! Het zit er niet in.

De pogingen zoals hierboven waren pogingen die in je mogelijkheden lagen. Spel vertragen, naar de backhand slaan. Het waren allemaal keuzes die je kon uitvoeren. Waarvoor je de technische bagage had.
Ze werkten niet, en dat betekent dat je nu iets moet doen wat je niet kan of boven je kunnen ligt om op die manier de wedstrijd te kantelen.

Wat ga je doen? Heel simpel. Je gaat de druk op je tegenstander opvoeren door je beste spel te spelen. Je zet een knop om en laat het lichaam zijn werk doen. Laat het denkwerk maar over aan je lichaam. Vanaf nu ga je twee stappen verder het veld in staan. Je pakt de ballen een stuk sneller, je tegenstander krijgt de ballen nu ook een stuk sneller. Het tempo gaat een stuk omhoog. Er gaat van alles gebeuren. Denk vanaf nu maar aan een ding: nergens meer aan denken!

Succes!

woensdag 30 januari 2013

Grote zware spijker in de muur

Visualisatie helpt bij tennis, net zoals het helpt bij andere sporten. Met visualisatie probeer je zo goed mogelijk voor te stellen hoe het voelt om een bepaalde slag te slaan en de uitvoering er van te ervaren. Uiteindelijk met het doel om deze slag te leren en je lichaam er aan te laten wennen.

Je hebt ook heel veel tips in het tennis. Bijvoorbeeld deze die bedoeld is om de uitzwaai bij de forehand te helpen corrigeren: je uitzwaai moet zo zijn dat je de tijd kan aflezen als je een polshorloge om je rechterarm zou hebben. Deze dingen helpen, geven direkt aan wat het doel is. Het echte leren moet in de praktijk door oefening.

Om bij de groundstrokes de bal vol te raken denk ik heel vaak dat ik met het racket een grote zware spijker in de muur voor mij moet slaan. De spijker zit behoorlijk vast en ik moet hem vol raken anders schiet het niet op. Voor mijn beeld is het belangrijk dat de spijker een vlakke kop heeft en vrij groot (iets kleiner dan het racketblad natuurlijk!).
Vooral die vlakke kop zorgt ervoor dat ik met het racket vol op de spijker neer kom en het volledige momentum van de zwaai naar de spijker gaat. Het vlak van het racketblad sluit precies aan op het vlak van de spijker, ik raak hem vol, ze raken elkaar aan als twee vlakke handen op elkaar gedrukt. En om de spijker echt een dreun te verkopen gooi ik mijn lichaamsgewicht ook in de strijd en gebruik mijn lichaamsdraai. Die spijker moet een zo'n hard mogelijke klap op zijn kop hebben.

Wat doe je dan eigenlijk? Je gebruikt dan automatisch alle benodigde onderdelen van de tennisslag op een juiste manier. Je slaat de perfecte forehand of backhand op dat moment.
In de praktijk is die spijker de bal natuurlijk, maar die moet ook vol geraakt worden, anders verspil je momentum.

Probeer het eens, visualisatie helpt!

vrijdag 18 januari 2013

Don't stop!

Afgelopen dagen enkele wedstrijden gezien op verschillende nivo's. Aangezien deze site bedoeld is voor het wat lagere segment en niet de wereldtoppers die nu spelen op de Australian Open zijn de volgende tips voor haperende groundstrokes voor de minder getalenteerden onder ons.

Wat je vaak ziet bij clubspelers is dat ze veel goed doen maar niet met souplesse. Dit blogbericht gaat over groundstrokes die tempo missen. Dat kan vele oorzaken hebben. Denk aan het voetenwerk, lichaamsdraai, maar ik zet de spot op de achterzwaai.

De achterzwaai is onderdeel van de slag. Je begint met de achterzwaai, racketblad valt en daarmee wordt de voorwaartse zwaai ingezet. Eerst naar achteren en dan naar voren, zonder stop-moment! Dáár zit de crux. Veel spelers doen het, als je een fotoserie zou maken van de slag, prima volgens het boekje. Zij wachten echter tussen foto 3 en 4, en dat is een grote fout. Dat wachten snap ik, dat is onderdeel van de timing ten opzichte van de bal die er aankomt. Maar dat wachten gebeurt in de verkeerde fase van de slag.

Aan het eind van de achterzwaai moet je niet meer wachten maar dóórgaan met racketbladsnelheid opbouwen. Gevolg is dat je hele slag met een grote sprong beter wordt. Snelheid neemt toe, de spin ook. Dus, je kan harder slaan en je kan scherper slaan, met minder energie. Klinkt goed, en dat is het ook.

Wanneer moet je dan wachten/timen? Op het moment dat de bal het racket van je tegenstander verlaat draai je in en verplaats je je naar de juiste baanpositie. Op dat moment heb je nog steeds twee handen aan het racket. Op een gegeven moment ga je slaan en dan stop je niet meer: don't stop!

zaterdag 12 januari 2013

Mentale instelling

Vorige maand heb ik een wedstrijd verloren waar in ik een veel voorkomende fout maakte. Ik speelde redelijk en kwam met 5-2 voor tegen een tegenstander van dezelfde sterkte. Niet dat ik het zelf echt wilde, maar vanaf dat moment liet ik hem enigszins het initiatief en verwachte ik dat ik door zijn fouten de 6e game wel binnen zou halen.

Ik moet zeggen dat het bijna lukte en dan zou ik beloond zijn voor een slechte keuze. Ik verloor de set en daarna de partij en als ik de eerste set had gewonnen dan was de hele wedstrijd misschien ook anders verlopen.

Waarom koos ik min of meer om mijn tegenstander het initiatief te laten? Verstandig was het niet. Achteraf kwam ik erachter dat ik zelf ook niet heel goed in de wedstrijd zat, dus om zelf dwingend te spelen en tempo te maken en druk te zetten leek me geen goede keuze. Gebrek aan zelfvertrouwen op dit moment.

Het was een verkeerde keuze, dat is duidelijk, maar wel een overwogen keuze, want een andere optie leek me te risicovol. Na afloop had ik er spijt van. Ik had toch initiatief moeten tonen. Ik had de toch de kortere ballen moeten aanvallen.

Ik denk dat dit voor mij een hele goede les is geweest. Je mag wel eens achterover leunen in een set, maar in de belangrijke fases moet je het niet doen. Dan moet je het afmaken, en dat betekent positief spelen! Kan wel eens lastig zijn. Ik had daar in mijn partij ook geen vertrouwen in en vluchtte in de negatieve modus van afwachten.

Volgens mij is de gouden tip: haal de punten op als je punten nodig hebt. Bij 6-5 voorsprong en 30-30 en je tegenstander serveert, ga er voor! Dit zijn de punten die je heel graag wilt hebben. Het is net als het leven. Wat je wilt hebben moet je voor gaan!
Dit zal ook wel eens mislukken, maar je hebt de beste optie geprobeerd.

Ik denk dat als ik in die partij initiatief had genomen en het was ook slecht afgelopen, dan had ik geen spijt gehad. Eigenlijk denk ik dat je het zo moet stellen: je hebt geen keuze op dat moment! Je wilt iets, en dat moet je laten zien en ik weet zeker dat je daardoor meer gaat winnen dan op de andere manier.