donderdag 18 september 2014

Balans

Bij elke slag moet je proberen in balans te blijven. En dit begint bij de basis, de voeten. Wanneer je ballen slaat met de voeten relatief dicht bij elkaar, dan ben je weliswaar in evenwicht, maar door het momentum wat je met je slag opwekt kun je niet in balans blijven. 
Je lichaam heeft wel een oplossing in dat soort gevallen, hij gaat wankelen en je moet jezelf corrigeren om niet te vallen. Soms zelfs erger: je past je slag er op aan door, om maar in evenwicht te blijven, iets achterover te hellen. 

Probeer het volgende voor te stellen, of door gewoon na te doen. Zet je benen ongeveer 30 á 40 cm uit elkaar en duw zo hard mogelijk tegen een muur (een simulatie van de tennisslag). Om zoveel mogelijk kracht te genereren 'hang' je als het ware naar de muur toe. Zou de muur ineens wegvallen dan val jij mee.
Heb je daarentegen de voeten veel wijder uit elkaar, dan kun je zelfs nog meer kracht zetten en in het geval dat een de muur wegvalt blijf je gewoon overeind.
En dat is de situatie die je moet hebben bij je groundstrokes. Stevig geplaatst op de grond kunnen je benen meer gewicht in de schaal leggen en voor een betere balans zorgen.

Vergelijk het met een statief. Wanneer de benen dicht bij elkaar staan kan hij bij een klein stootje zomaar omvallen. Staan de benen echter ruim uit elkaar dan heb je een stabiele constructie, waar zonder problemen een zwaar gewicht op gezet kan worden.

vrijdag 5 september 2014

De stand heeft invloed

Een stukje over hoe de stand in de wedstrijd invloed heeft op je slagen. Vermoedelijk heeft iedereen daar last van. Tenminste, het kan bijna niet zo zijn dat je emoties bij 2-4 15-30 voorsprong in de 3e set in een belangrijke wedstrijd voor jou hetzelfde zijn als bij 1-1 in de eerste set.
Ik weet niet of het door onderzoek echt is bewezen maar het lijkt er op dat er bij een 30-0 voorsprong in je eigen servicebeurt statistisch de meeste kans is op een dubbele fout, of op een ander gemakzuchtig weggegeven punt.
Bij 40-0 schijnt vaak het fenomeen voor te komen dat de eerstvolgende twee punten gemakkelijk naar je tegenstander kunnen gaan.

Ik weet niet hoe dat komt, maar het lijkt er op dat de stand je in een bepaalde ontspannen gesteldheid bent. Een ruime voorsprong geeft inderdaad rust. Maar dat is het gevaarlijke van tennis, in tegenstelling tot voetbal. Een ruime voorsprong kan bij deze laatste sport inderdaad beslissend zijn (en dat is het ook in de meeste gevallen) door de tijdsfactor. Het ontbreekt de tegenstander gewoonweg aan tijd om de schade te herstellen. Bij tennis is dit niet zo natuurlijk.
Het kan je op het verkeerde been zetten. De voorsprong is er, maar er komen nieuw punten aan, die verdeeld worden tussen jou en je tegenstander. En je moet niet gek opkijken als door een gemakzuchtige houding deze naar je tegenstander gaan.
Bij tennis móet je punten blijven maken. Een 3-0 voorsprong in de 3e set is fantastisch, maar je moet nog in ieder geval 3 games beter spelen dan je tegenstander. Dat betekent niet dat je een stapje terug kan doen, want dan ga je slechter spelen en dan ga je de 6 niet halen!

Hoe ga je hiermee om? De oplossing is natuurlijk een cliché, maar blijf punt voor punt spelen. Ook op de momenten waarbij het 4-1 30-0 staat voor jou. Gaat het volgend punt niet naar jou? Dan gaat het naar de tegenstander. Je kunt een wedstrijd niet 'dood' maken zoals in het voetbal. Je moet blijven oogsten.