Tennissers zijn onder te verdelen in vele verschillende categorien. Je hebt b.v. hardhitters en touch-spelers. In het recreatieve circuit is een speler die niet hard kan slaan al gauw een touch-speler.
Een onderscheid dat echt iets zegt over de manier waarop je tennist is hoe je de slag eigenlijk uitvoert. In principe maakt het allemaal niet veel uit, als bij het raakmoment de bal maar hard en goed mogelijk wordt geraakt. Wat daarvoor of daarna gebeurt maakt voor de bal niet veel uit.
In het gedeelte wat er vóór gebeurt, en dan met name de voorwaartse zwaai zitten essentiele verschillen.
De meeste vrouwen (ook de toppers) duwen het racket naar de bal. Met de achterzwaai en met behulp van de zwaartekracht creëren ze momentum en knallen dan zo hard mogelijk tegen de bal.
Ik noem dit de push-slag.
Bij de heren daarentegen wordt er meer aan het racket getrokken. Een pull-beweging. Het hele lichaam, romp en voetenwerk, trekt als het ware het racket uit een denkbeeldige sleuf en op moment van impact is de racketbladsnelheid het hoogst.
In de top blijken de dames te pushen en de heren te pullen. De dames gebruiken logischerwijs dan ook een andere forehandtechniek. Deze is meer gebaseerd op het genereren van power en die uiteindelijk los te laten op de bal. Voor de heren geldt hetzelfde doel, maar zij halen de snelheid (power) uit de zogenaamde vertraging (de 'lag'). Er wordt een soort zwiep gemaakt. Probeer je voor te stellen dat je een forehand probeert te slaan met in plaats van je racket een lange sok met een tennisbal er in. Het uiteinde van de sok (waar de bal zit) komt achter je bewegingen aan, maar eenmaal een voorwaartse zwaai ingezet 'haalt' hij zijn achterstand in. In die fase is de snelheid min of meer verdubbeld en dat gebruiken de toppers voor hun ziedende forehands.
Waarom doen de dames dat niet? Er zijn dames die dit ook doen, vermoedelijk komen er steeds meer. Misschien heeft het power te maken, dat ze te weinig kracht hebben om het constant uit te voeren.
Aan de andere kant doen de dames het slim: ze maken optimaal gebruik van de zwaartekracht en momentum en het gewicht van het racket. Zo slecht is het natuurlijk niet.
Misschien heb je jezelf herkend in een van bovenstaande groepen. Of misschien breng ik je op een idee.
Pushen is het gemakkelijkst, pullen is een stuk lastiger, maar de mogelijkheden zijn groter.
Vooral dat laatste doet mij nog steeds verbazen dat 99% van de dames nog steeds pusht! Sharapova is bijvoorbeeld een pusher, maar zij slaat gigantisch hard. Toch zie je ook dat zij met haar slag moeite heeft om topspin te genereren. Iets wat met pullen (trekken) beter kan. Je trekt het racket van laag naar hoog over de bal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten