In een wedstrijd ligt meestal het initiatief bij één speler. Of bij geen van beiden, dan is het schaaktennis. We gaan er even van uit dat er een speler is die bepaalt wat er gebeurt. Hij slaat scherp, valt aan, laat de ander lopen.
Het is op zich niet verkeerd dat in een wedstrijd het momentum even bij je tegenstander ligt. Het kan bijna niet anders. Stel je bent overdonderend aan een wedstrijd begonnen, haalt de meeste games binnen en pakt de eerste set. Je tegenstander zal er alles aan doen om bij het begin van de tweede set nu de lakens uit te delen, om hoe dan ook de punten te pakken. Het is heel menselijk om even de teugels te laten vieren, en dat is per defintie niet verkeerd.
De tegenstander verbruikt nu mentale en fysieke energie. Zorg ervoor dat zijn 'opbrengst' schamel blijft door zuinig te spelen, geen onnodige fouten te maken en geen geforceerd spel proberen te spelen. Als je het goed speelt zal het misschien 3-2 worden voor je tegenstander met jouw service op komst. Je hebt nauwelijks schade geleden en het heeft hem energie gekost.
Na jouw kleine 'rustpauze' is het moment daar gekomen om van jou kant ook weer de duimschroeven aan te draaien. De extra inzet van je tegenstander heeft hem geen voorsprong opgeleverd en dat zal nu waarschijnlijjk helemaal niet gebeuren. Je bent opgeladen en je tegenstander heeft wat krachten verbruikt.
Bovenstaand is maar een mogelijk scenario. Het kan ook anders verlopen natuurlijk, maar de slotsom is: laat je tegenstander zijn momentum pakken, daar is niet veel aan te doen en gebeurt op elk nivo, maar hou de schade beperkt. Zodra er weer kansen zijn pak je hij het initiatief over.
Een wedstrijd golft op en neer. Wees erbij als het momentum aan jou kant ligt. Haal de punten op. Ben je het even kwijt, sla dan zoveel mogelijk ballen terug. Ga niet geforceerd de 'flow' terugpakken. Deze komt vanzelf terug.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten