Goede forehands zijn natuurlijk te zien bij topwedstrijden, maar ook zijn er clubspelers die goede forehands hebben.
Je moet je overigens niet blind staren op de speler die ontzettend hard kan slaan vanaf de baseline. Wanneer de helft uitgeslagen worden is het helemaal niet zo'n goede slag. Maar dat wist je al, toch?
Waaraan moet een goede forehand voldoen? Dan kom je eigenlijk uit op 3 hoofdzaken.
Een forehand moet dominant (kunnen) zijn. Als de situatie er om vraagt moet je een harde bal kunnen slaan. Of gewoon een stevige forehand om je tegenstander onder druk te zetten en te houden.
Het tweede aspect waar een goede forehand aan moet voldoen is de vastheid. Oftewel, na de 4e of 5e forehand mag de bal niet in het net liggen. Je moet er in principe honderden achter elkaar kunnen slaan. Weliswaar niet altijd in combinatie met dominantie, want dat verhoogt de foutenkans, maar gewoon de bal rustig diep kunnen slaan, plusminus 2 á 3 meter van de baseline.
Het laatste aspect is dat bovenstaande punten eenvoudig en soepel uitgevoerd kunnen worden. In andere woorden, je moet het uren kunnen volhouden. Je slag moet niet ingewikkeld zijn en veel energie kosten en bijvoorbeeld je speelarm te veel belasten. Gaat er veel energie verloren dan kun je op een gegeven moment niet meer dominant wezen of veel ballen terugbrengen, ondanks dat je misschien een goede conditie hebt.
De genoemde punten hebben ook allemaal met elkaar te maken zoals je waarschijnlijk al in de gaten hebt.
Sla je hard en probeer je dominant te zijn, zal dit ten koste kunnen gaan van de vastheid. En als je na een uur spelen een vermoeide speelarm krijgt waardoor je niet meer hard kan slaan dan moge het ook duidelijk zijn dat alle aspecten van belang zijn.
De goede (club)spelers voldoen aan alle aspecten. Bij elke club kom je ook spelers tegen die slechts één of twee aspecten beheersen. Meestal kom je spelers tegen die twee van de vereiste eigenschappen bezitten:
die bijvoorbeeld heel vast zijn maar geen wapen hebben(de terugbrengers). Ze kunnen bij wijze van spreken uren doortennissen en worden niet moe van hun slagen.
Of de hardhitter die teveel fouten maakt. Het laatstgenoemde type speler beroept zich vaak op het feit dat ze op TV ook ontzettend hard slaan. Het grote verschil is echter dat de spelers op TV niet fout slaan (vastheid), maar dat wordt gemakshalve maar even vergeten.
Ze lijken risico's te nemen maar dat is niet zo. Top-spelers kunnen een lange rallye met harde scherpe slagen spelen omdat ze dat beheersen.
Waar moet je aan werken? In principe aan alle 3 aspecten. Je doel moet zijn om dominant te spelen en daarbij de vastheid als leidraad te nemen. Maak je teveel fouten, dan moet je minder scherp slaan.
Andersom kun je het ook benaderen. Maak geen fouten, maar probeer zo scherp mogelijk te spelen.
Sla gewoon ballen waarvan je vrijwel zeker bent dat ze goed zullen zijn met de maximale dominantie.
Overigens is het raadzaam zo nu en dan juist geen harde slagen te produceren. Variatie is altijd goed. Waar het hier om gaat is dat als het nodig is dat je wel een harde forehand kan produceren. Die dan ook in is, en je lichamelijk niet sloopt.
Een slag moet gemakkelijk en soepel verlopen. Heel belangrijk natuurlijk. Soms speel je meer dan 2 uren. Elke energie die je kan besparen is een voordeel. En het leuke is: een soepele slag levert je ook nog meer power op.
Als je geen harde forehand hebt moet je de oplossing nooit zoeken in het inbrengen van meer lichaamspower.
In principe gaat het om het overbrengen van snelheid van het racketblad naar de bal. Dus hoe sneller het racketblad, hoe sneller de bal. Meer is het niet. En echte snelheid krijg je door een soepele beweging. Gebruik de zwaartekracht en de zwaaikracht. Dus laat het racket 'vallen' in de achterzwaai en stop nooit tijdens de slag.
Soms zie je mensen het racket bij de achterzwaai stil houden tot het moment daar is dat er geslagen moet worden. Dat kost kracht.
Je moet eerst het racket al afremmen om te stoppen, daarna moet je het racket toch even tillen met een bijna gestrekte arm en wachten tot de bal er aan komt. Daarna moet je de beweging weer starten want de bal moet ook geslagen worden.
En omdat je forehands dan de echte power missen ga je teveel extra's toevoegen. Waarschijnlijk komt er nog een redelijk forehand uit, maar echt een lekker gevoel zul je nooit hebben.
Want een perfecte forehand (we hebben hem allemaal wel eens geslagen) voelt zo goed! Je doet bijna niks en de bal vliegt als een raket van je racket! Zo moest het altijd zijn. Dat kan, als je hem altijd zo slaat. Maar hoe deze toevalstreffer tot stand kwam weet men vaak niet meer.
Ach, zo is er altijd wel een goede reden om snel weer een tennisafspraak te maken en uit te vinden hoe je een heerlijke forehand kunt slaan.
De perfecte forehand zit in je, het moet er alleen even uit!
Theorie is makkelijk dan de praktjik
BeantwoordenVerwijderen