donderdag 2 mei 2013

Door de knieën

Door de knieën, maar niet voor je tegenstander natuurlijk. Een belangrijk aspect van het tennis is het voetenwerk. Niet alleen het bewegen van A naar B, maar ook het gebruiken van de benen bij de slagen.
Bij het strekken van de benen kun je heel veel kracht genereren. Ook dit is een onderdeel van de slagen die je niet achterwege moet laten. Dit draagt bij tot de genoemde power, maar het geeft ook ritme in je slagen.

Naar de bal toe lopen, laag zitten en dan de klap en het gebruik van de benen. Als je iets zwaars moet verplaatsen of tillen gebruik je je benen. Een bal is niet zwaar, maar een forehandzwaai bevat heel veel momentum en dat wordt versterkt door de power uit je benen.

Laag zitten heeft nog een voordeel. Je ziet de bal beter. In plaats van de bal lager te raken met je speelarm time je beter, sta je beter en sla je beter.  Waarom doen veel tennissers dit niet goed? Vermoedelijk hebben ze het zelf niet in de gaten, bovendien kun je met het strekken van de speelarm heel ver komen. Maar niet alles is te corrigeren met je arm, laat staan dat alle power uit je arm komt.

Power is in deze een 'gevaarlijk' woord. Eigenlijk heb je niet zoveel kracht nodig. Het enige wat een harde forehand nodig heeft is een snelle zwaai van het racket met daarachter enige massa. Snelkracht dus.
Het strekken van de benen zorgt voor de massa, samen met je lichaamsdraai (romp), en de racketsnelheid komt uit de souplesse van je speelarm.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten