maandag 17 december 2012

Boek je vooruitgang?

Als je jezelf vergelijkt met de tennisser die je een jaar geleden was ben je er dan nu op vooruitgegaan? Het antwoord moet haast wel een 'Ja' zijn. Normaal gesproken dan. Het tijdelijk dipje dat je misschien nu hebt mag je natuurlijk niet vergelijken met je beste fase van vorig jaar. Ben je er wel voldoende op vooruit gegaan? Hier zal het antwoord wel eens anders kunnen zijn dan een 'Ja'.

Progressie boek je bijna altijd, desnoods is het weer een karrenvracht ervaring die je erbij hebt gekregen. Maar het kan helaas wel zo zijn dat je blijft steken in je oude fouten of zwakheden.

Stel je zwakte is je enkelhandige backhand. Weet je wel zeker dat je het racket wel goed beet hebt, een goede grip dus. Met een verkeerd aangeleerde grip als basis heb je misschien in de voorgaande jaren met eigen gevonden aanpassingen een heel aanvaardbaar nivo gehaald. Om nog beter te worden met je backhand ben je misschien op zoek gegaan naar nog betere (extremere) aanpassingen. Je probeert met veel lichaamsdraai of met polsbeweging de bal nog meer versnelling te geven. Op een gegeven moment zijn de 'hulpmiddelen' zoals ik het noem op, en zit je echt aan je plafond.

Een slag die niet goed is kan heel goed helemaal fout zitten aan de basis. De correcties die je zelf toepast zijn op zich niet eens verkeerd en misschien zelfs wel creatief te noemen. Zie een slag als een opeenvolging van verschillende onderdelen. Voer je elk onderdeel volgens het boekje uit, dan zal er weinig aan mankeren. Zit je bij de basis al verkeerd, dan hebben de overige stappen al een stuk minder zin.

Je ziet het op de club. Bekijk 50 verschillende spelers en ze slaan allemaal verschillende forehands of backhands en helaas bij de meesten zijn het technisch ook foute slagen. Stap gewoon naar een tennisleraar toe en vraag gewoon, hoe moet ik het racket beethouden, welke stappen moet ik doen om een goede slag te produceren etc etc. Vraag alles! Tennis is geen 'rocket science' maar de techniek moet je eerbiedigen en kun je niet slordig uitvoeren. Doe je dit niet dan wordt je gestraft doordat je het tempo niet meer bij kan kunnen houden omdat jouw slagen korter vallen dan die van je tegenstander.

vrijdag 7 december 2012

Uitstraling

Bij tennis kun je op elk punt of op elke situatie gaan reageren. Elke reaktie is een klein stukje informatie voor je tegenstander en hetgeen hij er snel uit kan destilleren is dat je gesteldheid blijkbaar afhankelijk is van succes of geen succes. Scoor je een mooi punt dan reageer je positief, maak je een misser dan mopper je op je zelf. Dit is prettig om te weten voor je tegenstander.

Hij weet op elk moment van de wedstrijd hoe je in je vel zit maar ook hoe instabiel je eigenlijk bent. Je kunt beter niet te veel reageren op punten. Natuurlijk, een fantastisch punt op een belangrijk moment, uiteraard moet je het even uitschreeuwen! Als je daarna weer direkt weer moppert na een missertje is niet goed.

Advies is om niet te veel informatie te zenden naar je tegenstander. Zit je in een fase dat alles lukt, dan is dat mooi, maar laat het niet blijken aan je tegenstander. Hij kan hierdoor niet inschatten of je werkelijk zo goed bent, of even boven je zelf uitstijgt. Andersom werkt het ook. Zit je in een fase dat je veel fouten maakt, maak je niet druk of laat dit in ieder geval niet blijken. De tegenstander ziet dat je je niet druk maakt over deze fase en kan niet inschatten wat je werkelijk nivo is.

Eigenlijk moet je nooit extreem reageren op gemaakte/gemiste punten. In elke wedstrijd, in vorm of niet, maak je geweldige punten en geweldige missers. Dat hoort er bij, dus overdreven emoties zijn ook echt overdreven, omdat je het van te voren kan weten.

Mocht je met bovenstaande moeite hebben spreek dan met je zelf af bijvoorbeeld de eerste 4 games geen enkele reaktie te tonen en elk punt neutraal te begroeten. Je zal zien dat dit je tennis positief zal beinvloeden. Er is ineens minder aandacht voor jouw persoontje, je ziet ineens dat er ook een tegenstander is, die ook zijn probleempjes heeft. De focus ligt niet op jou maar hij lijkt de labiele tennisser te worden. Wat een verademing. Jij hoeft je alleen maar bezig te houden met het slaan van de ballen die op je af komen.

Waarom reageren mensen eigenlijk zo heftig op punten en misser soms? Ik denk dat de achtergrond is dat ze graag willen laten zien hoe goed ze zijn. Bij missers, is het een grote NEE met hun hele lichaam. Dit ben ik niet, zo tennis ik normaal niet. En bij goede punten is het een YES. Ja, dit is wat ik kan! Begrijpelijke reakties, maar niet verstandig om een wedstrijd binnen te slepen.

woensdag 21 november 2012

Missen van belangrijke punten

Altijd jammer als je een zorgvuldig opgebouwd punt uiteindelijk verliest doordat je de smash net uit slaat. En nog vervelender als dit gebeurt bij 5-5 en 30-30 in de 3e set. Je kan door zo'n misser de partij verliezen.
Toch is het zo van hoe ga je er mee om. De game is nog niet verloren en de wedstrijd al helemaal niet en in beide gevallen (smash in of smash uit) kan het weer deuce worden.

Als je jezelf hele grote verwijten gaat maken en dit punt gaat zien als hét cruciale punt gaat beschouwen, dan kon het inderdaad wel eens slecht aflopen. Probeer objectief te blijven, en hoewel het een misschien 'een niet te missen kans' was, blijken zulke sitiuaties toch altijd lastig en heeft waarschijnlijk elke speler op zo'n moment een 'zware' arm. De wedstrijd is nog niet over als je de fout beschouwt als iets wat kan gebeuren.

Misschien helpt het volgende als je weer een uitgelezen mogelijkheid krijgt bij een bepaalde situatie. Probeer in de tijd die je nog krijgt vóór het uitvoeren van de slag je helemaal te ontspannen (niet slap worden), schuif de druk van je af en ga de bal lekker slaan. Het missen van zulke kans gaat vaak samen met het de gedachte dat je de bal niet missen mag. Door die eis die je zelf stelt denk je onbewust (of juist bewust) dat de bal iets scherper, iets harder, iets dieper wil slaan dan nodig. En voor de zekerheid sla je hem nog iets scherper, en vooruit, nog een schepje er boven op. Uitkomst: de bal is net uit.
Je kan beter denken, ik mag de bal missen, ik wil het wil niet, maar het is geen ramp als het gebeurt, want het kan gebeuren. Dat is een betere gedachte dan dat je denkt: ik mag hem niet missen. Met zo'n verwachtingspatroon bouw je alle mogelijke zekerheden in om er maar aan te voldoen. Zo hard mogelijk en zo scherp mogelijk, dat moet toch een punt worden??!! Nee, dus.
En echt, het maakt niet zoveel uit waar je een bal smasht. Twee meter voor de achterlijn, een meter voor de achterlijn, of óp de achterlijn. Voor je tegenstander maakt het niet zoveel uit. De richting, of de hoek is veel belangrijker.

Succes, bij je eerstkomende niet-te-missen-kansen!

zaterdag 17 november 2012

Momentum en initiatief

In een wedstrijd ligt meestal het initiatief bij één speler. Of bij geen van beiden, dan is het schaaktennis. We gaan er even van uit dat er een speler is die bepaalt wat er gebeurt. Hij slaat scherp, valt aan, laat de ander lopen.

Het is op zich niet verkeerd dat in een wedstrijd het momentum even bij je tegenstander ligt. Het kan bijna niet anders. Stel je bent overdonderend aan een wedstrijd begonnen, haalt de meeste games binnen en pakt de eerste set. Je tegenstander zal er alles aan doen om bij het begin van de tweede set nu de lakens uit te delen, om hoe dan ook de punten te pakken. Het is heel menselijk om even de teugels te laten vieren, en dat is per defintie niet verkeerd.

De tegenstander verbruikt nu mentale en fysieke energie. Zorg ervoor dat zijn 'opbrengst' schamel blijft door zuinig te spelen, geen onnodige fouten te maken en geen geforceerd spel proberen te spelen. Als je het goed speelt zal het misschien 3-2 worden voor je tegenstander met jouw service op komst. Je hebt nauwelijks schade geleden en het heeft hem energie gekost.

Na jouw kleine 'rustpauze' is het moment daar gekomen om van jou kant ook weer de duimschroeven aan te draaien. De extra inzet van je tegenstander heeft hem geen voorsprong opgeleverd en dat zal nu waarschijnlijjk helemaal niet gebeuren. Je bent opgeladen en je tegenstander heeft wat krachten verbruikt.

Bovenstaand is maar een mogelijk scenario. Het kan ook anders verlopen natuurlijk, maar de slotsom is: laat je tegenstander zijn momentum pakken, daar is niet veel aan te doen en gebeurt op elk nivo, maar hou de schade beperkt. Zodra er weer kansen zijn pak je hij het initiatief over.

Een wedstrijd golft op en neer. Wees erbij als het momentum aan jou kant ligt. Haal de punten op. Ben je het even kwijt, sla dan zoveel mogelijk ballen terug. Ga niet geforceerd de 'flow' terugpakken. Deze komt vanzelf terug.

zaterdag 3 november 2012

Maak het eerste punt

Ik weet, je kunt beter het laatste punt maken van een wedstrijd, dan heb je gewonnen namelijk. Toeslaan op matchpoint is het belangrijkste natuurlijk maar in plaats van de laatste klap zijn er ook heel veel eerste klappen die belangrijk zijn.

Ik wil me toespitsen op het eerste punt van elke game. Dit is vaak het punt waarbij de intensiteit het laagst is. Er is net een game afgelopen of er is net een gamewissel geweest en de gamespanning moet weer opgebouwd worden. De stand begint bij 0-0 en het is slechts het eerste puntje. Aan dit punt wordt op de een of andere manier minder aandacht besteed.
Maar dit eerste puntje is wel een heel belangrijke. Duidelijk zal zijn dat een 15-0 voorsprong beter is dan een 15-0 achterstand. En bij 15-0 voorsprong is er een kans op een 30-0 voorsprong, die heb je niet als je 15-0 achter staat.

Ik ken geen statistieken over dit onderwerp maar ik kan me heel goed voorstellen als je twee gelijkwaardige spelers hebt en de ene pakt telkens het eerste punt van de game dat deze de winnaar van de partij zal worden. Eigenlijk kun je daar wel van uitgaan.

Als je de wiskunde er op loslaat is er bij je 15-0 voorsprong een 50% kans dat na het volgende punt jij op 30-0 staat. Een lekkere voorsprong! Die andere 50% levert een 15-15 op, een gelijke stand, dus waarbij de kansen in evenwicht zijn, geen nadeel dus voor jou.

In de praktijk is het zo goed als onmogelijk elk eerste punt te pakken, maar als je er bewust van bent dat dit punt heel belangrijk is dan ben je op de goede weg.
De les is: sla je hier je eerste slag!

Bijkomend voordeel, je zit direkt in de concentratie en hoeft niet pas 'wakker' te worden bij 30-30 of iets dergelijks.


vrijdag 12 oktober 2012

Back to basic

Wanneer je slagen niet lekker lopen kun je van alles proberen. Het probleem kan overal liggen: in je voetenwerk, lichaamsdraai, balans, zwaai etc. Back to basic is een goede oplossing, maar als je eigenlijk niet meer weet wat de basics zijn?

In theorie zijn de basics bij de meeste mensen wel bekend. In de praktijk worden een of meerdere onderdelen slecht uitgevoerd. Een foutje in het ene resulteert in een verkeerd onderdeel wat er op volgt.
Verkeerd voetenwerk zorgt voor een verkeerde balans.

Een goede methode is om in een training je slag langzaam uit te voeren. Zoals een zwemmer heel beheerst door het water kan glijden, zonder opspattend water, geen fractie energie te veel verbruikend, zeg maar niets verspillend.

Hoe doe je dat. Je moet de ballen niet zacht slaan, kan wel goed zijn dat dit het resultaat is, maar het is de bedoeling dat je beheerst slaat in plaats van zacht de balletjes over het net slaat. Je slag kent een goede rustige achterzwaai, en dan zwaai je langzaam naar voren door de bal op te zoeken met je racket.
Het racketblad gaat naar voren, je lichaam moet mee, je schouder draait mee, het lichaamsgewicht wil mee en je maakt een mooie uitzwaai.

Als je het goed doet dan blijkt dat je doordat je alles van je lichaam goed gebruikt en niet misbruikt door te wild te slaan, je gewoon de ballen met een goed tempo kunt slaan. En je merkt dat ook dat de power niet uit de armzwaai komt maar uit de combinatie armzwaai (snelheid) en lichaamsgewicht/draaing (massa).
En je merkt dat er een hoge controle is en het kost geen enkele moeite (je kan hem zonder moeite 1000x slaan). Het lichaam gaat bijna als vanzelf de slag uitvoeren! Onderdelen van de slag sluiten naadloos bij elkaar aan.

Probeer het, en  denk erom, niet te wild slaan. Hou de bal op het racket bij wijze van spreken en neem hem mee naar uit het einde van je slag. De slechte slag die je hiervoor had blijkt dan meestal het gevolg te zijn geweest van een onderdeel wat je geforceerd hebt uitgevoerd.

vrijdag 14 september 2012

Verliezen

Verliezen is niet nooit leuk, maar het kan gebeuren wanneer de tegenstander beter is, of in ieder geval die dag net even beter is. Het hoort er bij en als je zelf goed gespeeld hebt dan moet er niet te moeilijk over gedaan worden.

Soms komt een nederlaag harder aan en dat kan zijn wanneer je verliest van een speler die je normaal gesproken zou moeten hebben. Wat is normaal gesproken in dit geval.
De combinatie verliezen en niet goed spelen blijft het langste hangen bij een speler. Wanneer hij in de buurt van zijn normale nivo zou komen had hij deze partij gewonnen. Het is opvallend dat veel spelers hun beste wedstrijden bestempelen als hun normale nivo, en een matige of slechte wedstrijd als iets wat een uitzondering is.
Vergeet dat maar! Die beide uitersten zijn een onderdeel van je normale nivo. Je streven is je hoogste nivo te halen, maar ondanks het feit dat je het vuur uit je schoenen loopt speel je ook matige wedstrijden en hele slechte wedstrijden. Volgens mij moet je dan gewoon accepteren dat dit ook bij je normale nivo hoort. Dat het iets is wat je liever niet ziet van je zelf kan ik me wel heel goed voorstellen.

Beschouw een grote nederlaag (verliezen van iemand die je zou moeten hebben) als een wake-up call. Het is geen toeval dat je slecht speelt. Er gaat iets niet goed. Je forehand is blijkbaar niet zo goed als de laatste keer tegen die sterke speler. En je volleys zijn eigenlijk niet zo zeker als die ene keer in de dubbel.
Wees kritisch en alert op je eigen spel. Is mijn forehand eigenlijk wel goed? Kan ik hem in een oefenrallye 100 keer achter elkaar hard cross terugslaan naar mijn opponent? Dat zou moeten.

Is de nederlaag echt een incident of is het een incident dat regelmatig terugkomt, oftewel, het is structureel. Houd jezelf niet voor de gek. Is een van je slagen niet goed, ga er aan werken.
Is je backhand niet goed, speel dan niet tegen een hele goede speler, maar tegen iemand die iets onder je eigen nivo zit. Tegen iemand waarbij jij het spel moet maken. Op die momenten komen de zwakheden het beste naar voren.

Slechte slagen worden veroorzaakt door een verkeerde techniek. Zo, dat is duidelijk. Een andere oorzaak kan ik niet bedenken. Een verkeerde techniek kan meer oorzaken hebben: slecht voetenwerk, geen concentratie etc. maar als dat geen issue is en je slag is niet goed, dan moet de logische conclusie zijn: die slag beheers je niet. Ook duidelijk denk ik dan.

Oplossing? Werk eraan, stop je kop niet in het zand door tegen sterke spelers te spelen waarbij je slagen redelijk uit de verf komen. Zo werkt het niet. Vraag een tennisleraar, kijk op internet. Bekijk de tips op deze site.

Succes.

zaterdag 18 augustus 2012

Een wedstrijd verandert per game

Van begin tot het einde van een wedstrijd zijn er voortdurend wijzigingen. In de stand, in hoe je de wedstrijd ervaart, het momentum wijzigt etc etc.
Wanneer de eerste punten gespeeld worden ben je nog fris, net als je tegenstander. Hoopvol waarschijnlijk. Jullie hebben er beide zin in, en produceren mooie forehands en durven ook naar het net te komen. Maar elk punt dat volgt zal een invloed hebben op je gesteldheid. Misschien kom je met 2-0 voor en ziet het er goed uit en denk je al een mogelijke winstpartij of gewoon setwinst.
Je slaat twee dubbele fouten en je tegenstander breakt terug en houdt daarna zijn servicegame: 2-2.
De vreugde was van korte duur en een nieuwe realiteit is er in de plaats gekomen van je positieve gesteldheid van enkele minuten terug. Terug bij af en ineens voel je de warmte van de zon. Het is toch zwaar.

We gaan door. Het is 4-4 en de eerste set komt in de beslissende fase. Je tegenstander en jij geven elkaar weinig toe. Je tegenstander maakt zomaar enkele fouten en jij pakt de game en mag serveren voor de set. Je voelt je een stuk beter dan bij 4-4. Bij je tegenstander is er ook iets veranderd. Hij staat nu met de rug tegen de muur en kan zich niet nog eens een paar fouten veroorloven. En dat doet hij ook niet. In plaats van de agressieve slagen van de eerste games brengt hij ze nu eenvoudig terug.
Dit ben jij niet gewend en kan er ook niet van profiteren. Er wordt geschaakt.
Uiteindelijk zal de beste schaker de set gaan pakken.

Hierboven een voorbeeld hoe sets (wedstrijden) op amateurnivo vaak gespeeld worden. Het is opvallend te zien hoe er verschillende fases in een wedstrijd zitten. Wees overigens nooit geirriteerd wanneer er een bepaalde fase in een wedstrijd is die je niet zint. Je kan er weinig tegen doen, of je moet de keuze hebben gemaakt door altijd agressief en aanvallend te blijven spelen.
Ik denk dat dit nooit een goede keuze is. In bepaalde situaties moet je voor zeker en behoudend gaan.

Ik heb eens meegemaakt in een dubbelwedstrijd dat we in 10 minuten tijd met 0-4 achter stonden. Het was een veegpartij, een demonstratie van onze tegenstanders. De set verloren we met 2-6 en in de tweede set stond het 2-2. Het publiek was nog steeds in de veronderstelling dat we weggespeeld werden, maar de laatste 8 games werden gelijkelijk verdeeld onder de beide partijen; 4 voor ons en 4 voor de tegenstander. Het tij was al lang gekeerd. Van een demonstratiepartij waarin wij het lijdend voorwerp waren, was de partij ineens helemaal in evenwicht, en daarmee de tegenstander uit het evenwicht. Er was iets veranderd, hun kruit was verschoten. Wij hadden zelf niets speciaals gedaan, maar ik denk dat de 2-2 in de tweede set bij hun een gevoel gaf het verschil niet meer te kunnen maken. Hiermee wil ik zeggen dat de stand een grote impact kan hebben op het spel.

Denk bijvoorbeeld dat je een kans laat liggen op 1-4 en waardoor het 2-3 wordt. Een wereld van verschil lijkt het. Nu kun je bij 2-3 nog gewoon winnen en bij 1-4 gewoon de set nog verliezen, omdat deze standen ook weer iets doen bij een speler. Gemakzucht ligt op de loer bij 1-4. Bij 2-3 heb je een lesje geleerd om kansen af te maken.

Wat ik mee wil geven is dit. Hou er rekening mee dat in de loop van een wedstrijd je tussen heel veel emoties heen en weer geslingerd kan worden en dat dit niet per se aan jezelf hoeft te liggen. Waar je wel wat aan kan doen is hoe je er mee omgaat. Dus blijf rustig ondanks dat het even tegenzit, en blijf rustig op moment dat het momentum aan jouw kant komt, maar profiteer er wel van!

maandag 6 augustus 2012

Heb je een wapen?

In tennis zijn er veel mogelijke wapens. De service kan een wapen zijn, de forehand, de backhand-slice, aanvallend spel met bijbehorende volleys. Vergeet ook niet de vastheid, het loopvermogen, slimheid, taktisch inzicht.

Op amateur-nivo (de doelgroep van deze site...) valt het op dat elke speler wel iets goed heeft, ondanks zijn speelsterkte. Sommige spelers hebben een verwoestende service die bij na lange na niet benaderd wordt door een speler hoger in ranking. Omdat dit waarschijnlijk hun enige positieve punt is gaan ze wel het onderspit delven.

Niet elk wapen is belangrijk of cruciaal. Een prima service is mooi, maar ten opzichte van een prima forehand zou ik voor het laatste kiezen. Simpel om het feit dat je in een gemiddelde set misschien 30 eerste services gaat slaan maar een veelvoud aan forehands, je zit zo op een aantal van  300 á 500.
Een factor 10 á 20 dus. Bovendien gebruik je de forehand in elke rallye en de service alleen in je eigen servicegames. Dat is al een halvering van het totale aantal.

Uiteraard wil ik hier niet zeggen dat je je opslag niet moet proberen te verbeteren. Integendeel, elke progressie is positief en je moet zeker aan elke slag gaan werken.

Het tegenstelde aan een wapen is een zwakte. Wat weegt zwaarder? Je sterke forehand, of je zwakke backhand. In theorie zal het elkaar enigszins opheffen. In de praktijk heb je de mogelijkheid als een goede visagiste je minder aantrekkelijke kanten te camoufleren. Een zwakke backhand is niet zo erg zolang de meeste ballen naar je forehand gaan.

Omdat te bewerkstelligen kun je enkele dingen doen. Je kunt bij langzame ballen om je backhand heen lopen en een forehand slaan. Je kunt ook de forehand-hoek opzoeken bij je tegenstander. Hij zal dan minder vaak je backhand opzoeken gezien de risico's die dat met zich meebrengt omdat er langs de lijn geslagen moet worden.

Mijn mening is, als je een wapen wilt ontwikkelen, kies dan voor de forehand. In elke rallye zal deze in stelling komen. Om het plaatje compleet te maken moet je ervoor zorgen dat je eventuele zwakheden ook de nodige aandacht krijgen. Elke slag moet uiteindelijk progressie boeken. Je backhand, de volleys, de service.

Besteed ook de nodige aandacht aan taktiek en strategie. Is je forehand sterk en je backhand zwak en elke rallye wordt op je backhand gespeeld, draai dit dan om. Kijk ook naar de tegenstander. Wat zijn zijn zwakheden en wat is zijn wapen. Breng die niet in stelling.
Zorg ervoor dat het spelletje gespeeld op de manier die jou het beste uitkomt.


maandag 30 juli 2012

Temporiseren

Het is goed dat je hard kan slaan en als ze in zijn is het helemaal geweldig. Het moet zelfs een streven zijn: tempo maken en dit foutloos doen. Maar het loont zeker de moeite de bal eens langzamer terug te spelen. De tegenstander heeft zich helemaal ingesteld op het feit dat je hard in de hoeken slaat en zit helemaal in dat ritme. Nog harder slaan en je gaat fouten maken.
Dat is het moment om te temporiseren, het tempo uit de rallye te halen. De tegenstander moet zich even 'hergroeperen' en is even uit het ritme.

Je weet nooit hoe hij reageert. Het gunstigste is dat hij direkt het tempo weer omhoog wil schroeven, dus hard wil slaan op een zachtere bal en daardoor de foutenkans omhoog brengt. Hoe hij ook reageert, het is altijd een ongewilde of in ieder geval een situatie die hij niet kan controleren. De tegenstander kan heel dwingend spelen, toch ben jij degene die bepaalt welke slagen jij speelt.

Wil je 99% van al je groundstrokes op de backhand slaan van je tegenstander? Prima, niemand kan dat voorkomen. Of je slaat alle ballen veilig recht door het midden, ook prima, schijnt zelfs de beste taktiek te zijn!

Elke speler heeft wel iets waarvan hij denkt: ik hoop niet dat de tegenstander dit of dat doet bij mij.
Bijvoorbeeld dat deze aanvalt op de backhand en oploopt naar het net. Of in de andere woorden: je hoopt dus dat de tegenstander niet weet wat je zwakke plek is.

Soms kan dat ook zelfvertrouwen zijn. Sommige spelers stralen uit dat faalangst hun in de greep heeft, en dat zijn niet zelden de 'favorieten' voor de overwinning. De tegenstander ziet dit direkt en straalt het tegendeel uit met daarbij een gezonde portie opportunisme.
Geloof me, dat zijn moeilijke momenten als je zelf de druk op hebt gelegd dat je de wedstrijd moet winnen.
Gelukkig voor de favoriet komt er voor de man aan de andere kant van het net ook een moment waarbij zijn mentaliteit wordt aangesproken. Hij moet bijvoorbeeld serveren voor de wedstrijd en begint met een dubbele fout.

Maar we dwalen af! Hoewel, op bovengenoemd moment is het wel heel raadzaam om te temporiseren. Zadel je tegenstander met de creativiteit op. Laat hem maar iets bedenken, iets wat hij nog niet eerder in de wedstrijd moest doen. Vaak wordt simpel de aanval ingezet en moet er bijvoorbeeld gevolleerd worden, maar dan neemt de speler te veel risico om direkt te scoren. Het is het begin van het einde.

De les: jij bepaalt hoe je slaat, welke hoek, welke hoogte, welke snelheid, welk effect. De tegenstander kan heel dwingend spelen, maar je eigen slag is je eigen keuze. Kies daarbij natuurlijk wel de slag die je tegenstander het liefst niet heeft!


woensdag 11 juli 2012

Bespanning, ballen, schoeisel, trillingsdemper.

Naast de techniek en taktiek en conditie en spelinzicht zijn er nog meer factoren die je spel beinvloeden.
Factoren waar je niet op moet bezuinigen en ieder geval even aandacht aan moet schenken.

De bespanning kun je zelf bepalen en voor alle types en daar tussenin geldt: overal is wat voor te zeggen.
Met een zachte bespanning kun je gemakkelijker een hardere bal slaan. Met een harde bespanning kun je ook hard slaan maar je moet er zelf meer energie in stoppen. Veel spelers vinden dit prettig, omdat ze de power daardoor controleren. Bovendien geeft een harde bespanning sowieso al meer controle over de bal. Bij het volleren ervaar je een direktere slag. Het is een eigen keuze, maar probeer altijd verschillende 'gewichten' uit. Door de jaren heen ben ik steeds een zwaardere bespanning gaan gebruiken.

Ballenkeuze heb je niet altijd voor het zeggen. Zeker in competitieverband of een toernooi ben je overgeleverd aan de wedstrijdbal van dienst. Uiteraard zijn dit goedgekeurde ballen, maar de ene bal en de andere bal kan nog wel eens verschillen. Gasgevulde ballen blijken in de praktijk altijd nog de voorkeur van de meeste spelers te genieten en persoonlijk vind ik ze ook het lekkerst slaan. De wereld is al zo hard!
Misschien het meest onderschat is het schoeisel. Goedzittend en flitsend ogend schoeisel is prettig, maar helpen ze je ook.
Op gravel of kunstgras moet de schoen je helpen snel te kunnen reageren, te stoppen en terug te keren naar het middelpunt. Ik hoef je niet te vertellen wat er gebeurt als de schoen niet optimaal is, en je per aktie 1/10 seconde verspeeld door te slippen en te onbedoeld te glijden: de geest wil wel, en het lichaam ook wel, maar de schoen niet. Zeer frustrerend als je weet dat je normaal gesproken die ene bal wel zou halen!

De meesten van ons gebruiken een trillingsdemper. Het schijnt dat het nauwelijks van invloed is voor het neutraliseren van trillingen in het racket. Toch, je ziet de lichte paniek in de ogen van de mensen wanneer hun stukje plastic bij een harde slag wegvliegt naar een onbekende bestemming. Er wordt niet eerder doorgespeeld dan wanneer het dempertje is teruggevonden. Het is blijkbaar heel belangrijk. Vermoedelijk slechts psychisch, maar toch! Ze zijn het gewend, zeggen ze. Ze moeten de demper erin hebben, het geluid zijn ze ook gewend. Zonder demper klinkt alles raar.

Nou, dat wilde ik eens voorstellen. Speel eens zonder demper. En dan een hele wedstrijd. Geloof me, na een kwartier hoor je het nieuwe geluid en wil je niet meer terug naar die lelijke toonloze doffe knal.
Een nietszeggend geluid, die je geen enkele informatie geeft over hoe je de bal eigenlijk raakte: in het midden, precies in het midden, perfect in het midden, of iets daarnaast, of te hoog in het racket, of te laag. Bij elke slag ga je in het vervolg horen, en niet alleen zien, hoe je de ballen slaat! Het geeft een nieuwe dimensie, en een nieuw houvast voor je slagen. Je hoort én voelt dat je de slagen lekker gaat raken.

Ideetje voor de volgende partij?

vrijdag 22 juni 2012

Terug naar het middenpunt

Na elke slag moet je terug naar het middenpunt; dit is de uitgangspositie die je inneemt voor de volgende slag en dekt alle mogelijke hoeken zo goed mogelijk af.

Afgelopen tijd enkele wedstrijden gezien waarbij een speler een ball cross sloeg en verzuimde het middenpunt in te nemen. Deels ingegeven door vermoeidheid wellicht, misschien ook gemakzucht. Feit was: hij stond niet goed opgesteld en was kwetsbaar voor een slag langs de lijn. Die kwam dan ook. Hij had hem wel maar was daarna zo erg uit positie (hij kon hem alleen met een uiterste krachtinspanning terugkrijgen), dat zijn tegenstander het eenvoudig kon afmaken.
De les die hij hieruit leerde was een eenvoudige: altijd terug naar het middenpunt.

Maar natuurlijk zit er meer in deze materie. Er zijn voordelen te noemen om het een keer niet te doen, eens een keer staan te blijven waar je staat, of slechts enkele meters op te schuiven naar het middenpunt.
Het heeft namelijk ook voordelen! Een is simpel, je spaart energie, en als de bal weer cross terugkomt sta je zonder veel extra inspanning op een hele goede positie en kan je zelf een goede aanvalsbal proberen.

Een ander voordeel is dat als je niet in het middenpunt staat, vrijwel zeker weet waar je tegenstander de bal gaat plaatsen. Dat is natuurlijk een prettige gedachte, omdat bij tennis meestal niet van te voren medegedeeld wordt waar je tegenstander gaat slaan.
Omdat je een bal langs de lijn uit lokt, dwing je de tegenstander dus een riskante bal te slaan. Immers, langs de lijn is altijd gevaarlijk want het net is daar hoger en de kans dat de bal uitgaat is groter omdat het veld korter is en de zijlijn gevaarlijk dichtbij is.

Kortom, je gooit de boel 'open' en forceert zo een rallye die binnen enkele tellen afgelopen is.
Of je tegenstander scoort, of hij mist, of hij slaat te zacht en kan je alsnog overnemen, of hij doet een goede approach en krijgt een volley die hij dan weer scoort of mist. Dat zijn wel veel opties, maar het zal duidelijk zijn: je dwingt je tegenstander tot het slaan van een bepaalde serie slagen. Als hij alles goed doet, maakt hij het af, maar de stappen om het punt daadwerkelijk te maken zijn niet eenvoudig. Hij moet in elke fase zijn geduld bewaren en de benodigde slagen correct uitvoeren.

Stel het lukt, en ga er maar van uit dat die kans het hoogst is, dan heb je altijd nog even kunnen uitrusten.
Hoe hoger het nivo hoe beter je tegenstander deze kansen zal afmaken overigens. Schat dat wel goed in van te voren.

vrijdag 15 juni 2012

Voetenwerk en lichaamsgewicht

In je voeten zit erg veel kracht, om van je romp maar te zwijgen. Het is belangrijk om dit op de juiste manier te gebruiken voor je slagen. Maak je hier niet goed gebruik van dan ontbreekt de echte power aan je slagen. Dit is niet meer te corrigeren door een hogere racketbladversnelling. Het zal je slagen waarschijnlijk alleen maar wilder maken en zeker niet consistenter.

Wat moet je doen met de voeten? Zij moeten een voorwaartse beweging maken, maar net zo belangrijk is hen zo neer te zetten dat je in balans bent en blijft tijdens de uitvoering van de slag! Misschien is het laatste nog wel belangrijker. In balans beheers je de slag.

Kijk je goed naar de forehands van de topspelers dan zie je dat ze in eerste instantie het gewicht op het rechterbeen zetten (rechtshandige spelers), op het moment dat de voorwaarste zwaai begint plaatsen ze het linkerbeen op de grond op een plaats die hun stevigheid biedt. Het lichaamsgewicht wat in de slag gelegd wordt, wordt opgevangen door het linkerbeen. Zou het been niet goed staan dan 'val' je als het ware door de slag heen en raak je de balans kwijt. Gebeurt dit te vaak dan pas je de slag daar op aan en zal deze behoorlijk aan kracht verliezen.

Dus eigenlijk doe je aan gewichtsverplaatsing en zorg je ervoor dat je het gewicht ook weer opvangt.
Hierdoor hou je je balans en hou je controle over je slagen.



vrijdag 25 mei 2012

De tegenstander altijd laten spelen

Fouten zijn in tennis uit den boze. Een punt dat je kwijt raakt is in principe altijd een eigen fout of het gevolg van een goede slag van je tegenstander. Dat laatste kun je weinig aan doen.
Het eerste des te meer. Fouten en winners hoewel totaal verschillend liggen eigenlijk heel dicht bij elkaar.
Een sterke aanvalsslag die net uit gaat is een fout, maar als hij in was geweest dan had je waarschijnlijk het punt gewonnen. Daar zit nou net de kneep!

Een sterke aanvalsslag die net uit gaat bestaat niet. Een sterke aanvalsslag moet in zijn. Hoe een punt tot stand komt maakt niet zoveel uit, het gaat om het resultaat. Je krijgt er een punt bij, of het punt gaat naar je tegenstander. Dat kan door een fout zijn van jou, of door een sterke aanvalsslag van je tegenstander.

Snap je waar ik een beetje heen wil? De fout van jou (slordig, gemakzucht, te veel risico) staat op dezelfde hoogte als de goede slag van je tegenstander (scherp, risicovol, succesvol). Dus als jij fouten maakt hoeft hij geen sterke slagen te produceren. Sterker nog: om je fouten te compenseren moet jij sterke slagen gaan maken om enige punten binnen te halen. Met de bekende risico's. Het loont dus om je fouten te beperken. Gemakkelijk gemaakte fouten kun je eigenlijk niet meer goed maken.

Hoe voorkom je fouten. De oplossing is simpel en weinig aansprekend. Je voorkomt of verkleint de kans op fouten door marges in te bouwen. In plaats van te mikken op de lijnen of 20 centimeter naast die lijnen, sla je de bal op ruim een meter naast de lijnen. En die meter is dan de maximale afwijking. Een bal die dichter bij de lijn is dan een meter moet een alarmbelletje doen rinkelen in je hoofd en ervoor zorgen dat je volgende bal weer de gewenste marge heeft.

Lelijk? Saai? Ja, helaas. Levert dit punten op? Ja, gegarandeerd! Je tegenstander krijgt veel meer ballen terug en gaat rekenkundig gezien meer fouten maken als we er vanuit gaan dat hij op dezelfde manier blijft spelen als hij speelde.

Bij de topspelers op televisie zie je dat er eigenlijk heel weinig fout geslagen wordt. Wel hard en in de hoeken, maar heel weinig fout. Dat is de basis van een sterke tennisstrategie. Ook je aanvallende slagen moeten dezelfde aspecten hebben. Een approachshot hoeft niet op de achterlijn te stuiten. Een halve meter of een meter ervoor is prima. Daarna is je tegenstander aan zet en om te scoren moet hij een goede slag produceren. Deze goede passeerslag staat dus gelijk aan jouw approachshot die net twintig centimeter uit was geslagen: het punt is voor je tegenstander.

Het enige wat voor een fout pleit is dat je tegenstander niet het gevoel heeft dat hij het zelf heeft gedaan, dat hij het punt in de schoot krijgt geworpen. Een speler met een goede wedstrijdinstelling heeft daar maling aan en profiteert genadeloos en neemt de geschenken graag in ontvangst!

vrijdag 27 april 2012

Focus

Ha, heerlijk, weer een cliché woord. Concentratie, afsluiten van de omgeving, vergelijkbare kreten, je hebt het vast allemaal vaak gehoord. Ondanks dat clichés inderdaad clichés zijn, zijn ze ook allemaal waar en helpen ze je bij je tennisprestatie.

Focussen is iets wat je soms denkt te doen, maar in de praktijk misschien helemaal niet. Even een voorbeeld. Het staat 15-30, je tegenstander serveert. Je mist een aardige kans voor 15-40, het wordt 30-30. Bij de volgende bal denk je: jammer dat ik die vorige bal gemist hebt, anders had ik nu 2 breakpoints gehad. Daar komt de bal, die moet ik slaan. Als ik deze scoor dan heb ik bij de volgende slagenwisseling toch een breakpoint, en als ik die maak, enzovoort, enzovoort.
Of je dit allemaal heel bewust bent, weet ik niet, maar het schiet door je gedachten en je lichaam stelt zich er op in, en je slag ook en dat moet je niet hebben. Want waar ben je nu mee bezig? Eigenlijk met 3 ballen. De vorige, die misser. De bal die er aankomt, de lopende rallye. En je bent al bezig met het volgende punt, het eventuele breakpoint. Dat zijn nogal wat ballen om in één slag te slaan!

Wat je moet doen is eigenlijk treuren om de misser bij 15-30, dat mag, maar dat dan wel afsluiten. Daarna richt je op het moment van de volgende bal. Gewoon een bal die je op je af ziet komen en die je terug moet slaan. Maar het is een belangrijk punt zeg je? Nee, dat is het niet. Het is slechts een bal die op je afkomt en die je terug moet slaan! Andere manieren zijn er niet om deze bal te benaderen.
Maak eens een foto van een belangrijke bal en een mindere belangrijke bal. Zie je verschil?
Je moet een punt, slagenwisseling terugbrengen tot de essentie. De bal komt op je af en moet teruggeslagen worden. Dat is het enige waar je op dat moment aan moet denken. Het is een simpele en overzichtelijke taak. Als je daarbij druk toevoegt door te memoreren aan de vorige misser en het belang dat je hem nu vooral wél maakt, dan kan ik je verzekeren dat die extra druk de slagen die je maakt in die rallye niet ten goede komen.

Wat ik wil zeggen is dit. Focus je op de echte taak die je moet uitvoeren, haal weg wat niet relevant is en wat niet met de slag te maken heeft. Je zult zien, je raakt meer ontspannen op de baan, en je speelt de belangrijke punten op dezelfde manier als de punten in het begin van de wedstrijd. Daarbij kan het goed gebeuren dat je misschien in een onverstoorbare trance of flow raakt dat je ondanks stand in de wedstrijd of vervelende momentjes (netroller in je nadeel) niet meer van je stuk te brengen bent. Om de eenvoudige reden dat je daar niet naar kijkt.

Dus probeer je gedachten te beperken totdat ene: de bal slaan. Hoe simpel kan het wezen. Probeer het uit.
De stand is onbelangrijk, de vorige situatie is onbelangrijk, de volgende ook, als je dat uitschakelt dan is je geest en lichaam voor 100% bezig met het slaan van de bal. En dat moet zijn vruchten afwerpen.
Hoe erg je ook bezig bent met de stand, deze wordt alleen bepaald door je aankomende bal.

vrijdag 13 april 2012

Cross, cross en nog eens cross

Nou ja, dat dus! In bijna alle gevallen is een crossgeslagen bal in het tennis de beste oplossing. In de rallye vanwege de bekende redenen: het net hangt in het midden het laagst, het speelveld is in de diagonaal het langst, er is de meeste marge voor eventuele afwijking naar links of rechts en bovendien sta je zelf direkt in de goede positie voor de volgende slag. Wanneer iemand naar het net komt na een approach is de cross ook een hele goede slag. De eventuele volley die hij krijgt is lastig om direkt af te maken. De volley rechtdoor is wel heel dicht bij de zijlijn en daar zal de bal toch geplaatst moeten worden. Kortom een hoge kans op een fout.

Ik beweer overigens niet dat de crossslag een wapen is; het is meer een slag die de wapens van je tegenstander neutraliseert en hem mogelijk verleidt tot het maken van fouten. En dat is natuurlijk wat we graag zien als tegenstander.

Uiteraard ga je natuurlijk ook ballen rechtdoor slaan om de tegenstander in onzekerheid te laten. Dat is waar je uiteindelijk wezen moet: een tegenstander die niet weet wat er komt en een bal krijgt die niet eenvoudig is.

Probeer het uit en je zult zien dat je punten krijgt. Misschien niet op een spectaculaire manier, maar wel op een slimme manier.

Succes!

maandag 12 maart 2012

Mazzel

Je hoort het vaak, geluk dwing je af. Het is niet zelden dat de speler die een voorsprong heeft, of beter in de wedstrijd zit de mazzelballen mee heeft. Denk aan de ballen via de netrand. Is dat wel zo. Zou wel heel knap zijn dat de speler in vorm, door zijn goede spel er voor kan zorgen dat de bal juist voor hem aan de goede kant van het net valt.

Er zijn geen onderzoeken naar, maar ik denk dat het in principe 50/50 is. De ene krijgt net zoveel als de ander. Soms ook niet, maar dan is het toeval. Het gaat misschien wel opvallen als je een netroller tegen krijgt op het moment dat je achter staat, dat het niet goed loopt, of dat je niet in de wedstrijd zit en dat je zo'n bal er ook nog bij krijgt, of beter gezegd tegen krijgt.

Het heeft meer te maken met het belang van het punt dan het punt zelf. Als je achter staat kun je zo'n punt wel gebruiken en je baalt als het punt naar je tegenstander gaat, want hij heeft al zoveel, dus onrecht.
Sta je op voorsprong en je krijgt zo'n punt ook mee, dan glimlach je even en gaat verder.
Het is meer van hoe ga je er mee om, dan dat er jou onrecht wordt aangedaan. Het gaat tenslotte maar om één puntje.
Dat kan nooit heel erg belangrijk zijn. Bovendien had je hem toch kwijt kunnen zijn. Een netroller tegen betekent natuurlijk niet dat het punt anders naar jou gegaan zou zijn. Dat denkt men vaak wel.

Dezelfde gedachte heerst als men in een game de bal twee keer net uit heeft geslagen. Dat betekent niet dat je anders die twee punten had gehad. Misschien was je deze toch kwijtgeraakt als de rallye langer had geduurd.

Het gaat om de benadering van hetgeen er eigenlijk gebeurd en probeer objectief te blijven en dingen in hun perspectief te zien.

zaterdag 11 februari 2012

Techniek is het belangrijkst?

Is de techniek het belangrijkst? Ik vind van wel. Of laat ik het zo zeggen, alle aspecten zijn belangrijk, maar de techniek is een onmisbare peiler. Je moet in staat om bepaalde slagen te kunnen slaan als de situatie daar om vraagt.

Stel je tegenstander doet een approach shot en komt bij het net. Zijn aanvalsbal was niet heel scherp en je krijgt een kans om hem gewoon te passeren. Het is een kwestie van slechts een goede slag te slaan en je hebt het punt binnen. Spelers die deze ballen vaak missen beheersen de slag niet goed.
Dat heeft niet te maken met druk, want het gebeurt ook als de wedstrijd 5 games oud is.

Wanneer heb je een goede techniek, of wanneer kun je van je zelf zeggen dat dit geen probleemgebied meer is. Zolang je een zwakke plek hebt waar je tegenstander regelmatig van kan profiteren is er werk aan de winkel. Dat kan zijn dat je te weinig tempo in je slagen hebt. Je tegenstander komt op deze manier nooit onder druk. Of je hebt geen gevaarlijke backhand, sterker nog, het is gewoon een zwakke plek.

Een tegenstander die weet waar je zwaktes liggen is nooit ongerust over het spelverloop. Wat er gebeurt, hij kan altijd terugvallen op deze zwakte om onder druk te gaan zetten.

Een zwakte van een speler kan zelfs een speler nog zwakker maken dan hij in feite is. Een opslag die niet goed is, is slechts een opslag die niet goed is. Sommige spelers maken daar een probleem van door daar volledig op te focussen en dingen te gaan forceren. Niets mis met focussen, maar als de ergernis gaat overheersen haalt dat je hele spel onderuit.

Een zwakte moet je niet dramatiseren. Heb je een zwakke backhand breng dan alles gewoon lelijk terug, zodat je tegenstander toch extra groundstrokes moet slaan en eventueel een goede volley. Probeer niet backhands te slaan die je graag wilt, maar sla backhands die je kunt.

Tennis is een raar spelletje; zolang je in de rally blijft door ballen terug te spelen moet je tegenstander toch maar even in staat zijn de kansen af te maken. Geloof me, hij heeft liever dat je direkt de bal in het net slaat dan dat je een halfhoge bal terugbrengt.

vrijdag 20 januari 2012

Maak je de tegenstander het wel moeilijk genoeg?

Waar sla je de bal wanneer er een kans is voor een approach-shot. Percentueel gezien is long-line (rechtdoor geslagen) de beste oplossing omdat je zelf direkt in een goede netpositie staat. Een cross-geslagen bal kan ook, maar je geeft dan meer mogelijkheden aan je tegenstander, bovendien sta je minder snel op de juiste positie bij het net, dat is wanneer je alle hoeken af kan dekken.

Er zijn meer mogelijkheden. In plaats van een diepe long-liner kun je een korte slice geven die ongeveer op de servicelijn stuit. Hiermee dwing je de tegenstander om naar de bal toe te lopen, jij hebt iets meer tijd en de hoek om te scoren is lastiger.

Vaak worden approachshots binnen de lengtelijnen van het veld geslagen. Het is echter een heel goede optie om de bal eens scherp de baan uit te slaan. Je lokt je tegenstander daarmee uit zijn comfortzone (de baseline).
Hij komt nu op plaatsen waar hij niet veel komt: buiten het speelveld en enkele meters voor de baselinehoogte. Ik zeg niet dat dit beslist een grotere kans is om punten te scoren, maar het is een afwijkende situatie voor je tegenstander en dat is iets waar hij mee moet omgaan.

Je kunt ook overwegen om geen approach te slaan wanneer je een approach zou moeten slaan. Als het voor de hand ligt dat er een approach komt, zal je tegenstander zich er al op instellen. Het loont de moeite om bijvoorbeeld de volledige voorbereiding te doen van een slice-approach en daar dan uiteindelijk een dropshot van te maken door meer onder de bal door te slaan dan voor een slice.

Wanneer sla je een approach? Eigenlijk alleen maar als er een wat korte bal komt. Jonge agressieve spelers gaan vaak dan al voor een winner om het punt direkt binnen te halen. Meer ervaren spelers weten dat dit per saldo meer punten kost dan oplevert en zij kiezen voor de opbouw (de approach). Jonge spelers pakken de kleine kans, ervaren spelers grijpen de kleine kans aan voor het creeëren van een grotere kans, zodat aan het eind van de rallye er een smashkans of een volleykans ontstaat. Hierbij is de scoringskans groter.

Op topnivo zie je dit ook. Bij een korte bal slaan de toppers vrijwel nooit een winner, maar wel een harde forehand in één van de hoeken om een fout te forceren bij de tegenstander of om in de netpositie te komen en het daar af te maken.

Tennis is een spelletje van geduldig opbouwen en dan afmaken. Het moet in stapjes. Als je te snel wil gaat het fout. Dat is: het gaat soms goed, maar al plussend en minnend lever je meer punten in dan dat je wint.
Bovenstaande betekent dus eigenlijk: zorg dat je een goed netspel ontwikkelt zodat je kansen kan afmaken.
Beheers je dit niet, dan hebben approach shots of andere manieren van opbouwen geen zin.

vrijdag 6 januari 2012

Wie staat het meest onder druk?

Stel je voor, het staat 1-1 in sets en jij moet serveren bij 3-4 achter. Een min of meer gelijke stand. Je verliest echter je service en je tegenstander kan daarna serveren voor de wedstrijd. Het ziet er niet goed uit.

Volgens mij toch geen enkele reden om in paniek te raken of denken dat de partij voorbij is. Je weet, je tegenstander kan de wedstrijd uitserveren, maar eigenlijk moet hij dat ook! Doet hij het niet dan is de stand in feite weer in evenwicht met bovendien een psychologisch voordeeltje voor jou.

Wat ik wil zeggen is dat de druk soms zomaar bij iemand anders kan liggen, terwijl daar misschien geen reden voor is. Die is er wel, maar is misschien niet logisch. De tegenstander die bij 3-4 een break plaatst en daarna voor de wedstrijd serveert zou eigenlijk opgelucht moeten zijn: het gaatje is geslagen, en nu alleen nog afmaken.
Maar bij tennis is het zo, naarmate de set of wedstrijd vordert wordt er steeds meer van je verlangt. Naar het einde toe wordt de strijd steeds heviger. Bij 5-3 vóór kan zelfs de spanning gaan toeslaan en je verlammen.
Wat ik wil zeggen is dat het afmaken van de wedstrijd niet zo eenvoudig als bij voetbal. Hier heb je de tijd aan je zijde. Je kan destructief de wedstrijd uitspelen. Bij tennis moet je blijven opbouwen, spelen, beter dan je tegenstander zijn om ook de laatste puntjes binnen te halen.
En dat kan heel lastig zijn. Als je dit onderkent, ben je een heel eind op weg om ook die moeilijke laatste games binnen te halen.